16 AUGUSTUS 1973 707 derhavige zaak geheel via het bureau voorlichting is afgehandeld. Ik. kan begrijpen dat het bureau voorlichting in dit geval is ingeschakeld, omdat in het briefpapier het gezicht van Breda tot uitdrukking moet komen. Ik zou willen vragen of u door inschakeling van dit bureau bij de verzorging van het drukwerk wilt komen tot een centraal inkoopbu reau, De raad wilde dat indertijd, maar uw college was er geen voor stander van. Ik vraag mij af of dit de juiste gang van zaken is. Ik heb er nogal wat bedenkingen tegen. Gezien de antwoorden en het dossier dat ter inzage heeft gelegen moet ik u zeggen dat deze zaak mij niet al te prettig voorkomt. De heer VAN BANNING: De opmerkingen van de heer Kroon zou ik graag tot de mijne willen maken, temeer daar één van uw argumen ten op het vlak van de eenvormigheid van het correspondentiepapier lag, alsmede op de moeilijkheden bij het tot stand brengen van die eenvor migheid, Naar mijn oordeel behoeft dat niet bijzonder moeilijk te zijn en ik zie niet in waarom daarvoor een gemeentewapen-nieuwe stijl no dig was. Met het oude gemeentewapen zou eenvoudig door wilsopleg- ging de eenvormigheid tot stand kunnen worden gebracht. Ik vind het voorts hoogst verwonderlijk dat in een financieel moei lijke tijd, die tijd dateert al vanaf de tijd waarin het besluit tot ver nieuwing van het briefpapier werd genomen, een dergelijk besluit als het onderhavige is genomen. Ten aanzien van het wapen van Breda wil ik nog een vraag stel len. Het oude wapen van Breda heeft koninklijke goedkeuring gekre gen, De Hooge Raad van Adel, gesticht in 1814, heeft hierbij een be langrijke rol gespeeld. Ik zou u nu willen vragen welke risico's wij lo pen, Is de Hooge Raad van Adel gevraagd naar een oordeel over het nieuwe wapen9 Lopen wij wellicht de kans dat de goedkeuring aan het wapen wordt onthouden? Wat gebeurt er dan? Er wordt gesproken over een bedrag van 53. 000, --, Ik weet niet of dat juist is, maar ik kom aanzienlijk hoger uit. Het lijkt mij verder niet van wezenlijke betekenis, want het bedrag dat de heer Jansen noem de is al van dien aard dat wij ook twee of drie jaar geleden niet tot de ze uitgave hadden moeten besluiten. De heer VAN OS: U bent wat badinerend begonnen met uw antwoord. U heeft geconstateerd dat de heer Jansen wel verdrietig, maar met boos is en dat het college geen gevaar loopt. U had dat niet verwacht en dat is voor u op deze mooie avond dus geen tegenvaller. U gaat een beetje voorbij aan belangrijke opmerkingen van de heer Jansen met betrekking tot het inlichten van de raad over deze soort aangelegenheden. Hiermee is aangetoond dat er een onjuiste mentaliteit heeft geheerst bij het col lege of bij het ambtelijk apparaat toen men deze kwestie buiten de raad hield. Achteraf kunnen wij zeggen dat ten minste de commissie voor al gemene zaken op de hoogte van deze face-lift had moeten zijn. Die com missie wordt gewoonlijk van dergelijke algemene gemeentelijke kwesties op de hoogte gebracht. Het lijkt mij onjuist vrijelijk te gaan beschikken over een bedrag van 54. 000, -- wat voor Breda op dit moment een tamelijk groot be drag is. Ik heb in het stuk niet gelezen dat degenen die zijn begonnen met de face-lift van het typografische gezicht van de stad zich hebben gerealiseerd dat het om een bedrag van 54. 000, -- ging. Ik heb va gelijk het vermoeden dat dit niet bekend was. Er waren wel wat uurta rieven bekend, maar uiteindelijk is het veel duurder uitgekomen dan iedereen had verwacht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 707