16 AUGUSTUS 1973 711 gramma voor 1973. De aankopen in de Haagse Beemden maakten daar van deel uit. Ik vind het vreemd dat men instemt met het aankooppro gramma en dat men vervolgens als het om deelaankopen gaat op de Haagse Beemden terugkomt. Ik kan evenwel de vraag van de heer Crul naar de informatie over de Haagse Beemden als geheel begrijpen. Ruim een jaar geleden heb ben wij de confrontatie met een aantal afdelingen van de raad gehad, waarbij wij elkaar inderdaad huiswerk hebben meegegeven. Ik meen dat de heer Crul zich vergist als hij opmerkt dat sindsdien niets meer over de Haagse Beemden is gezegd. Ik verzoek hem wat dat aangaat de notulen van de begrotingsbehandeling in 1972 na te lezen. Bij die gelegenheid zijn van de zijde van het college mededelingen gedaan over de Haagse Beemden. Het college heeft nadrukkelijk laten weten dat wij pas kunnen beslissen over de bebouwing van de Haagse Beemden als door de hogere overheden voldoende zekerheid is gegeven ten aan zien van hun medewerking. In de raad, maar ook in de afdeling, is dit herhaaldelijk gezegd. Het college heeft zich met het verkrijgen van die medewerking nadrukkelijk beziggehouden. Daarnaast lijkt het het col lege verstandig de procedure ten aanzien van de bebouwing van de Haag se Beemden in de raad enigszins parallel te doen lopen met de procedu re in Den Haag met betrekking tot de gebiedsuitbreiding van Breda. Wij zijn van plan in het late najaar van dit jaar de raad een principe-voor stel voor te leggen over de toekomst van de Haagse Beemden. Dat voor stel zal zo tijdig aan de raad worden gezonden dat wij binnen het kader van afgesproken procedures dit voorstel kunnen behandelen. Ik moet een misverstand uit de weg ruimen. De heer Crul zei dat in de Haagse Beemden voor een bedrag van 34 miljoen is aangekocht. Dat bedrag is op het ogenblik 14 miljoen rente. De vraag wat er gebeurt als er in de Haagse Beemden niet zal wor den gebouwd kan ik niet beantwoorden. Ik weet niet wat wij er dan zou den moeten gaan beginnen. Een andere vraag is wat er aan de hand is in de tijd tussen het verwerven van onroerende goederen en eventuele rea lisering van plannen. Hierover wordt voortdurend overleg gepleegd tussen burgemeester en wethouders van Prinsenbeek en burgemeester en wethou ders van Breda. Om die reden is een jaar geleden de contactcommissie Haagse Beemden tot stand gekomen, waarin de bewoners van en de be langhebbenden bij de Haagse. Beemden zich hebben verenigd om hun be langen bij de ingebruikgeving van onroerend goed in die buurt te behar tigen. Tussen deze commissie, het gemeentebestuur van Prinsenbeek, dat in de Haagse Beemden bevoegd is, en een afvaardiging uit Breda wordt geregeld overleg gepleegd. De heer CRUL: Ik geloof niet dat het college door mijn vragen is over vallen, want ik heli er in de vergadering van de commissie voor openbare werken duidelijk over gesproken. Ik heb daar laten merken dat ik in de raad op dit onderwerp wilde terugkomen. Met het accepteren van het aankoopprogramma hebben wij het onder havige voorstel in feite al aanvaard. Bij de begrotingsbehandeling hebben wij er inderdaad, zij het zeer summier, over gesproken. Ook toen zijn wij niets wijzer geworden. De wethouder stapt wat al te luchtig heen over het feit dat het hier om een bedrag van f. 14 miljoen gaat. Dit bedrag levert rentelasten op. Als de aankopen doorgaan worden de rentelasten steeds groter. De rente moet opgebracht worden en dat zal zonder enige twijfel gevolgen hebben voor de prijs van de bouwgrond. Als de bebou wing van de Haagse Beemden niet doorgaat, zullen wij die lasten op een andere wijze moeten dragen. Nu wordt over het einde van het jaar gespro-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 711