16 AUGUSTUS 1973 721 met mij aan te sluiten bij de woorden van de heer Dees„ Ten aanzien van de voorlichting van de burgerij heeft de commissie voor de bedrijven van uw college, een aanvulling op de stukken gekregen. In de betreffende 20 regels staat alleen maar dat deze ontwikkeling nood zakelijk is voor de opwekking van elektriciteit. Ik vind dat niet onjuist, maar wel te eng. Er zou een aanvulling moeten komen, waarin staat dat het gaat om het veiligstellen van de energievoorziening. Het lijkt mij onvoldoende alleen te spreken over opwekking van elektriciteit. Als men niet wijst op het veiligstellen van de energievoorziening, zou men kun nen twijfelen aan de noodzaak van de ontwikkeling van deze snelle kweek reactor. De heer VAN BANNING: Het is mij bij dit voorstel opgevallen dat de rijksoverheid een lachende derde is. Door de heffing van de zesde penning de BTW, wordt zij er veel beter van. Ik verwachtte dat van de zijde van de raad het verzoek aan het college zou komen bij het rijk erop aan te dringen de uitkeringen aan de gemeenten te verhogen met eenzelfde be drag dat nu van de gemeenschap wordt verkregen doordat het rijk verdient op een heffing voor onderzoek. De heer VAN OS; De heer Van Duijl heeft gezegd dat regeren voor uitzien is. Dat loopt wel eens mis, zoals nu duidelijk te zien is, anders had men niet met deze heffing behoeven te komen. De heer Mensen heeft duidelijk aangegeven hoe het met de kosten van deze reactor is gegaan. Tot nu toe zijn die kosten een beetje uit de hand gelopen. Het lijkt een beetje op het Turfschip, maar waarschijnlijk is het veel gevaarlijker. Ons grootste bezwaar is erin gelegen dat de energiebehoefte die er ongetwijfeld is vraagt om een veel bredere studie. Op grond daarvan zou het wenselijk zijn een bredere heffingsbasis te hanteren. Olie en gas zou den dan ook onder die heffing kunnen vallen. Ik vind het bezwaarlijk dat de gemeenten steeds meer worden inge schakeld als "inner" van een soort belastingen om de daaruit voortkomen de bedragen door te geven. Ik ben het met de heer Cornelissen uit Leiden eens dat op deze manier de raadsleden een heel vreemde rol krijgen toe geschoven. De heer VAN DUUL: U kunt ook de benzine-accijns verhogen. De heer VAN OS: Dat behoeven wij niet te doen, dat maakt een ver schil. De heer VAN DUIJL: Wij moeten het wel betalen. De heer VAN OS: U moet het verschil goed zien. Het Enwa wordt ver plicht de heffing te betalen en wij moeten het de burgers opleggen. De heer DEES; Wij moeten het de burgers niet opleggen, wij kunnen het de burgers opleggen. De heer VAN OS: U heeft duidelijk aangegeven dat die andere moge lijkheid hypothetisch is. De heer DEES: Dan zijn wij het daar tenminste over eens.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 721