730 16 AUGUSTUS 1973 De heer CRUL; In dit voorstel is, evenals in een ander voorstel dat nog aan de orde zal komen, sprake van verbeteringswerkzaamheden en van renovatie. Ik meen dat er geen sprake is van "renovatie", deze be grippen worden nogal eens door elkaar gehaald. Bij de bewoners van de woningen waarop dit voorstel betrekking heeft leeft nog steeds de kwestie van de huurharmonisatie. Voorzover ons be kend heeft een deel van de bewoners de verhoging ingevolge de huurhar monisatie nog niet betaald. Hierover zou ik allereerst een inlichting wil len hebben. De betrokken bewoners hebben ons verteld dat wordt gedreigd met afsluiting v an licht e. a. wanneer de verhoging niet wordt betaald. Er is een vergelijking te maken met de kwestie van de zojuist besproken kweekreactor; ook in dat geval wordt het licht afgesloten als men de hef fing niet betaalt. Wij hebben hier in de fractie nog eens over gesproken. Feitelijk is het wel juist dat tot afsluiting wordt overgegaan; ik meen dat men daartoe op grond van een verordening van openbare werken ook het recht heeft. Het is echter wel vreemd dat het licht afgesloten kan wor den van iemand die dat licht wêl heeft betaald. Wij hebben daar enige moeite mee. Wellicht kan het college ons nog eens duidelijk maken hoe iemand die op grond van argumenten een huurverhoging niet betaalt toch zijn licht afgesloten kan zien worden. De bewoners van de onderhavige wijk hebben ons over deze kwestie benaderd. Zij voerden actie tegen de huurharmonisatie, waarover een tijd geleden gesproken is» Door bemoeiingen van de kant van de gemeente en dreigementen dat afsluiting zou volgen is deze actie echter voor een groot deel in het water gevallen. Overigens begrijpen de bewoners nog steeds niet dat de huurharmoni satie moest doorgaan, terwijl naar men zegt nu ook weer uit dit voorstel blijkt dat de woningen niet aan de te stellen normale eisen voldoen. Wij zijn het daar wel mee eens; als er zó veel herstelwerkzaamheden moe ten worden uitgevoerd als nu op het ter tafel liggende lijstje staan, kan. men niet zeggen dat er sprake is van goede woningen waarop de huurhar monisatie zonder meer kan worden toegepast. De minister is daar des tijds niet geheel op ingegaan, hoewel hij enige aanbevelingen heeft ge daan. Ik meen dat nu dit voorstel ter tafel komt, duidelijk is gebleken dat er iets niet in orde is geweest. Thans worden er verhogingen in verband met de verbeteringen toe gepast die begrijpelijkerwijs door de bewoners toch weer in relatie wor den gebracht met de huurharmonisatie. Hoewel er verbeteringen worden aangebracht, ervaren zij de verhoging toch niet als juist. Het overleg schijnt weer niet zeer goed verlopen te zijn» Steeds op nieuw blijkt dat in dergelijke kwesties het overleg moeilijk is, deels om dat de representativiteit soms in het geding is en het college en de amb tenaren niet altijd weten met wie zij spreken en namens wie men optreedt. Dit brengt steeds moeilijkheden met zich mee. Wij menen dat er een mo gelijkheid bestaat om hiervoor in de toekomst een oplossing te vinden, waaraan naar wij menen grote behoefte bestaat» Er bestaat een mogelijk heid om huurdersverenigingen op te richten voor bewoners van woningen van de gemeente. Wij zouden daartoe als huiseigenaar wel eens het ini tiatief kunnen nemen» In ieder geval zouden wij kunnen stimuleren dat er dergelijke verenigingen ontstaan, zodat er van de kant van de bewo ners een goede overlegpartner beschikbaar is en de moeilijkheden die zich thans steeds voordoen zouden kunnen worden voorkomen» Over de renovatie nog het volgende» Ik meen dat wij de volgende huisvestingsnota te wachten hebben. De renovatie biedt door de beperk te vloeroppervlakte van de meeste woningen slechts een "provisorische

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 730