732
16 AUGUSTUS 1973
gaan zeker in deze richting» Ik zal over dit onderwerp enkele korte op
merkingen maken, terwijl ik mevrouw Van Nes en de heer Crul zou wil
len verzoeken andersoortige en diepergaande discussies aan de orde te
stellen ter gelegenheid van -- zoals de heer Crul zelf al heeft gezegd --
de behandeling van de dit najaar te verschijnen nota huisvesting van dit
college» Ik meen dat wij dan uitgebreid op de problematiek kunnen in
gaan»
Enkele korte kanttekeningen bij de gemaakte opmerkingen» De heer
Crul heeft gezegd dat de betrokken bewoners nog steeds kampen met de
problematiek van de huurharmonisatie» Ik geloof dat hij daar volstrekt
gelijk in heeft» Mede. aan het adres van mevrouw Van Nes deel ik mede
dat dit college geen rtiogelijkheid schroomt om in overleg te treden met
welke groepering uit we.lke wijk dan ook» De contacten met de onder
havige bewoners zijn zeer veelvuldig geweest» Wij hebben geprobeerd
zo veel mogelijk voorlichting te geven, enerzijds van de. kant van het
college en anderzijds van de zijde van het ambtelijk apparaat» Zeker
in deze wijk hebben wij evenwel nu eenmaal te maken met de moei
lijkheid dat hetgeen zich nu afspeelt en leidt tot een huurverhoging, als
achtergrond een grote mate van onvrede over de huurharmonisatie heeft.
Ik meen te kunnen onderschrijven dat dit één van de belangrijkste oor
zaken is van een gevoel van frustratie dat in elke vorm van overleg met
welke overheid dan ook blijft bestaan»
In aansluiting daarop heeft de heer Crul gezegd dat er maatregelen
genomen moeten worden als men de huurverhogingen op grond van de
huurharmonisatie niet wil betalen» Ik acht de vraagstelling van de heer
Crul correct maar ik verzoek hem zich te verplaatsen in de gedachten-
sfeer van degene die "huisbaas" is en die uitvoering geeft aan wettelij
ke maatregelen» De huurharmonisatie moet betaald worden» Ik ben van
mening dat een dergelijke huisbaas ook maatregelen moet kunnen ne
men om tot de inning van de penningen over te kunnen gaan» De verst-
gaande maatregel is een juridische haarkloverij op grond van het niet-
betalen van de huur die er onverbiddelijk toe kan leiden dat een proces
tot uitzetting bij de kantonrechter gewonnen wordt» Elke huiseigenaar in
Breda of waar dan ook zou deze methode gebruiken als hij zijn huurpen
ningen niet zou kunnen incasseren» Ik meen dat de gemeente Breda zich
al in zoverre een beperking oplegt dat men meent in het kader van de wo
ningnood niet tot deze maatregel te kunnen overgaan» Op dit punt ont
zeggen wij ons dus al eigen bevoegdheden in het kader van een bredere
politiek»
Vervolgens kom ik tot minder stringente maatregelen, hoewel ik
niet wil zeggen dat het afsluiten van gas, licht en water een grap is; ook
dat is natuurlijk een bijzonder zware maatregel» Eigenlijk is dit het eni
ge middel dat de gemeentelijke overheid overblijft, afgezien van de be
kende dreigbriefjes en andersoortige aanmaningen» In dit kader moet men
een en ander zien» Wij gebruiken al niet de. stringentste maatregel. Wan
neer er echter na lang overleg en na het verzenden van aanmaningen niet
betaald wordt, moeten wij grijpen naar de maatregel waartoe wij in op
één na laatste instantie bevoegd zijn» Ik hoop dat dit zo weinig moge
lijk hoeft te gebeuren maar ik hoop tevens dat men er begrip voor heeft
dat deze stok achter de deur realiter gebruikt zal moeten blijven worden»
De heer Crul heeft een slimme redenering gevolgd. Hij heeft ge
zegd dat de huurharmonisatie destijds door de minister goedgekeurd is
onder voorbehoud van enkele correcties die door de gemeente Breda aan
gebracht moesten worden» De desbetreffende beschikking heeft voor de
raad ter inzage gelegen» De heer Crul heeft erop gewezen dat er voor
een complex dat ook onder de huurharmonisatie valt een voorstel van het