16 AUGUSTUS 1973
737
gen of grond zou kunnen beschikken. Dit bezwaar is altijd te ondervan
gen door uitgifte, in erfpacht of iets dergelijks. Ik zou het zeer op prijs
stellen als de wethouder zou kunnen toezeggen dat hij hieraan in zijn
derde nota aandacht wil besteden en desnoods in dit kader in een klein
gebied een experiment wil uitvoerig met de nodige begeleiding.
Wethouder VAN DIJN: Het is altijd plezierig dat er een sprekersron
de in tweede instantie bestaat. Om te beginnen bij de heer Frogen ter
voorkoming van misverstanden wijs ik erop dat ik geenszins heb gezegd
dat renovatie de enige oplossing is voor het instandhouden van goedko
pe woningen. Het zal wel aan mijn onduidelijkheid liggen want ik heb
het precies andersom gezegd. Ik heb gezegd dat wij een aantal moge
lijkheden hebben om goedkope woningen in stand te houden, dat wij de
problematiek hebben aangevat met de oplossing van de renovatie maar
dat men zich werkend met de renovatie in de praktijk van alle dag gaat
afvragen of dit wel de enige oplossing moet zijn. Ik heb met nadruk ge
zegd dat één van de andere oplossingen zou kunnen zijn: het opnieuw stich
ten van wijken door middel van goedkope woningbouw. In dat verband heb
ik gezegd dat een discussie in de raad over dit punt wenselijk is, waar
schijnlijk aan de hand van de derde nota huisvesting of anderszins. De heer
Froger heeft de gedachte geopperd dat de huizen om niet of voor een ge
ring bedrag aan de huidige bewoners zouden worden overgedaan onder be
paalde clausules» Deze suggestie is indertijd besproken in de toenmali
ge afdeling openbare werken. De adviezen die het college hebben be
reikt zijn er niet positief over. Men is namelijk van mening dat het in
teressante aspect van de oplossing die ons thans voor ogen staat is dat de
ze er in ieder geval toe leidt dat er complexen opgeknapt gaan worden»
Zodra men gaat werken met de individuele burger, krijgt men ermee te
maken dat men deze niet kan dwingen zich te onderwerpen aan rehabili
tatie door middel van renovatie of andere subsidiepotten. Op die manier
valt men ten eerste buiten bepaalde subsidieregelingen en ontstaat er ten
tweede mogelijk een merkwaardig aanzien in de wijken. Dit zijn de be
zwaren die de deskundigen op het ogenblik hebben»
De heer FROGER: Maar ik heb ook gezegd: "met de nodige begelei
ding"»*
Wethouder VAN DUN: De situatie blijft moeilijk aangezien men za
ken gaat doen met mensen die eigenaar zijn van de woning. Ondanks het
feit dat zij eigenaar zijn, moet men hen niet alleen "begeleiden" maar
ook ertoe leiden dat iedereen bereid is zijn bijdrage te leveren in het ka
der van rehabilitatie.
Ik ben eveneens verheugd over de tweede instantie door de opmer
kingen van de heer Van Caulil. Hij heeft ten onrechte gesproken over
een modelwoning. De modelwoning komt naar ik meen aan de orde bij
voorstel nr. 256; zij is hier niet aan de orde en wel om zeer duidelijke
redenen. Ik ben blij dat wij nu dank zij interventie van de hoofdingenieur
directeur van Den Bosch in staat zijn dit te doen. Dit kan men alleen
doen bij renovatieprojecten. In dit geval is er sprake van groot onder
houd, dus van opknappen. In dat kader lijkt een modelwoning mij bij
zonder weinig zinvol»
Mevrouw jager heeft een opmerking gemaakt over het functioneren
van het katholiek instituut voor maatschappelijk welzijn. De beantwoor
ding daarvan ligt mijns inziens buiten mijn competentie. De opmerkin
gen van de heer Crul en mevrouw Van Nes behelsden enkele suggesties;