13 SEPTEMBER 1973
752
u. Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen»
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 14 september 1972)
Mevrouw STOCKMANN-VAN DER KALLEN deelt mede: gisteren
heb ik in dagblad "De Stem" een bericht gelezen, waarin stond:
"Gemeentebestuur doet weinig aan recreatie voor kinderen." Naar
aanleiding daarvan wil ik enkele vragen stellen.
Is de inhoud van voornoemd krantebericht juist voor wat betreft
het subsidiebeleid van de gemeente Breda ten aanzien van de recreatie-
mogelrjkheden voor kinderen en met name ten aanzien van het door
het Jeugd- en Jongerencentrum georganiseerde zomerkampilndien
bovenstaande vraag bevestigend moet worden beantwoord, bent U
dan bereid te doen onderzoeken wat de mogelijke oorzaken zijn
van dit beleid?
Is het U mogelijk aan te geven welke de argumenten waren
bij het besluit van burgemeester en wethouders de desbetreffende
zomerkampen niet meer te beschouwen als experiment, c. q. te sub
sidiëren ais experiment?
Ik zou het op prijs stellen, als U deze vragen op korte termijn
zoudt kunnen beantwoorden.
ANTWOORD.
De opmerking wordt geciteerd uit het dagblad "De Stem", luidende:
"Gemeentebestuur doet weinig aan recreatie voor kinderen" is naar
onze mening algemeen bezien onjuist.
De stichting Jeugd- en Jongerencentrum namelijk, gesubsidieerd
door de gemeente, organiseert jaarlijks vele activiteiten voor kinde
ren, zoals: de speelinstuif, de zomerkampen, zomeractiviteiten in de
wijken, hobby-instuif, stedelijke jeugdmanifestaties, jeugdvoorstel
lingen, de kinderboekenweek, per wijk 8 tot 12 evenementen van
jeugdactiecomité's e. d.
Op 28 juni 1972 besloten wij ten aanzien van het verzoek van
het Jeugd- en Jongerencentrum om een garantiesubsidie voor de
te houden Zomerkampen 1972 in totaliteit» afwijzend te beschikken
aangezien voor subsidiëring van de Zomerkampen 1971 als voorwaarde
was gesteld dat door een verdere verhoging van de deelnemers
bijdrage de Zomerkampen vanaf 1972 self-supporting zouden moeten
worden.
Omdat een onzekere factor bij dit soort evenementen steeds
blijft het aantal deelnemers -- terwijl de te maken kosten nage
noeg gelijk blijven -- is door ons college als overgangsmaatregel
wél een garantiesubsidie toegezegd van 1.500,-- voor het geval
het aantal deelnemers geringer zou blijken te zijn dan in de ex
ploitatie-opzet was aangenomen.
Er behoefde echter nadien geen subsidie meer te worden verstrekt
uit hoofde van deze garantie wegens de grote belangstelling voor
de Zomerkampen 1972.