13 SEPTEMBER 1973 760 in het licht van de landelijke verkiezingen en de begrotingsbehandelin gen van november 1972 overeenstemming bereikt over samenwerking, samen verder werken, een en ander wêl onder duidelijke voorwaarden. Even schijnt de zon; zal de K. V. P. dan toch gaan veranderen? Zal de groep van 19 nu kans krijgen met elkaar te gaan werken? Groeit er toch een gevoel van gemeenschappelijke verantwoordelijkheid? Helaas; al vlug blijkt dat er niets van terecht komt. Gemaakte afspraken worden helemaal niet nagekomen, alles blijft bij het oude, 8 mei 1973 heb ik de moed gehad allerlei zaken nog eens op een rijtje te zetten. In een uitvoerige brief richt ik mij tot het bestuur van de partij en tot alle fractiegenoten. Ik citeer een aantal dingen uit deze brief, omdat daaruit duidelijk kan worden wat er aan de hand is: "In de laatste fractievergadering heb ik medegedeeld, dat mijn vertrouwen in de fractie en partij behoorlijk aan het dalen is. Persoonlijk ben ik van mening dat de K. V. P. -fractie niet vol doende waar maakt wat zij in het programma bij de laatste ver kiezingen heeft toegezegd. Blijkbaar vindt het partijbestuur het niet nodig om de fractie regelmatig te horen over het gevoerde beleid, blijkbaar hoeft er niets getoetst te worden aan het pro gramma, want in de drie jaar van mijn raadslidmaatschap is er ooit één vergadering geweest van partij en fractie. Helaas wordt dan ook met geen woord gesproken over inhoudelijke za ken. Ik. dacht dat de fractie en de fractieleden de kans moes ten krijgen om zich te verantwoorden tegenover de leden. De relatie tussen de fractieleden en de K. V. P. -leden is ver bene den de maat. Dat mijn vertrouwen verder daalt, kan misschien nog worden verhelderd door de gang van zaken na de oplossing van hèt conflict binnen de K. V. P. -fractie op een rijtje te zet ten. Enkele leden van het partijbestuur hebben hard gewerkt om het conflict op te lossen. Er is in principe overeenstemming be reikt. Daarbij zijn echter een aantal duidelijke afspraken ge maakt, die nu helemaal niet worden nagekomen. Graag wil ik enkele punten concreet noemen. Er zouden spelregels worden ontworpen, voor het fractie-functioneren. Ik heb, toen niemand iets deed, een ontwerp gemaakt. Wat is daarmee gebeurd? Niets.' Er zou een nieuw bestuur door de fractie worden gekozen. Dat bestuur zou een afspiegeling worden van de bestaande verhou dingen in de fractie. Eerst wordt dit besluit uitgesteld tot het vertrek van mevrouw Stockmann, dan nemen enkele leden van de fractie een besluit om de heer Van Duijl te vragen als waar nemend voorzitter. Zonder over iéts te praten, blijft ineens het woordje "waarnemend" weg en is hij voorzitter. Tegen een der gelijke procedure moet ik wel protesteren. Voor alle duidelijk heid: dit protest is niet gericht tegen de persoon Van Duijl. Een ander punt: belangrijke zaken zouden in een veel vroeger sta dium in bespreking gaan komen in de fractie. Ook hier komt niets van terecht. Als de waarnemend fractievoorzitter een keer vaker dan één keer per maand meent te moeten vergaderen, komt meer protest dan instemming. Nooit wordt er eens een a- vond belegd^ om belangrijke inhoudelijke kwesties te bespreken. Een voorbeeld: nog altijd is met geen woord gesproken binnen de fractie over de Haagse Beemden. Het bestuur van de partij zou veel intensiever contact gaan onderhouden met de fractie, Helaas komt ook daar niets van terecht".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 760