783 13 SEPTEMBER 1973 19, bijlage nr. 277 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE OMBOUW VAN HET EERSTE GEDEELTE VAN DE VEEMARKTSTRAAT TOT VOETGANGERSDOMEIN. De heer SPANJER: Namens de gehele fractie kan ik mijn instem ming met dit voorstel betuigen. Evenmin als de winkeliers waren wij gelukkig met de bestaande situatie. Het is ronduit verheugend te noe men dat de gezamenlijke winkeliers bereid zijn tot het verstrekken van een bijdrage van 15Te meer, omdat er nu ondanks alle twijfel die daarover in het verleden bestond zekerheid bestaat dat de winkeliers van de Veemarktstraat positief staan tegenover het verkeervrij maken van dit deel van de binnenstad. Wij spreken de hoop uit dat deze defi nitieve stap op de weg naar het verkeervrij maken van het stadscentrum een stimulerende invloed zal hebben op de volgende te nemen stappen. De heer SANDBERG; Ook onze fractie is bijzonder blij met het feit dat de wens van de raad in dezen opnieuw enige gestalte heeft ge kregen. Ik ben nog meer verheugd over het feit dat de betreffende mid denstandsorganisatie eveneens bereid is gebleken zich voor dit sympa thieke doel offers te getroosten. Ik hoop van harte dat deze houding van de winkeliersvereniging navolging vindt, dat de samenwerking tussen gemeente en middenstand tot verdere resultaten zal leiden en dat het centrum aantrekkelijker zal worden. Speciaal juichen wij het toe dat een viertal bomen zal worden geplaatst. Ons is gebleken dat de gehe le bevolking dit bijzonder waardeert. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik ben het geheel met de vorige sprekers eens. Helaas staan niet de middenstandsorganisaties -- zoals de heer Sandberg zei -- maar de winkeliersvereniging hier achter. In dien de gehele middenstandsorganisatie er achter stond zou er stellig een voetgangersdomein komen. De verkeersafwikkeling in het tweede gedeelte van de Veemarktstraat vind ik nog wel een probleem. Als wij straks het trottoir op twee plaatsen in de Veemarktstraat gaan uitbui gen zoals in het voorstel staat voorzie ik een gevaarlijke situatie op de hoek van de St. Annastraat en de St. Janstraat. De straat is daar erg nauw en als men uit de St. Annastraat komt kan men het verkeer heel slecht zien; het verkeer uit de St. Janstraat heeft overigens voorrang. Nu moet men al verschrikkelijk oppassen. Op het ogenblik is het daar nog tamelijk breed zodat er nog wel wat uitwijkmogelijkheden zijn, maar als het trottoir veel breder wordt zijn die mogelijkheden niet meer aanwezig. Kan er op dat punt niet de een of andere verkeersaanpassing via borden of iets dergelijks komen? Wethouder VAN DUN: Als mevrouw Van Nes niet zo veel gezegd had zou het voor mij gemakkelijk zijn geweest. Ik zou dan slechts heb ben behoeven te bedanken en op te merken dat ik het bijzonder prettig vond dat de raad hier op dezelfde wijze over denkt als het college en de middenstand, maar uiteraard mag zij langer spreken.' Aan de ande re kant krijg ik hierdoor ook de gelegenheid iets dieper op het voorstel in te gaan. Ik vind het plezierig dat alle sprekers het initiatief op zich zelf lof toezwaaien. Ik wil daarin niet achterblijven en dit ook namens het college doen. Het is plezierig dat wanneer blijkt dat een bepaalde groepering in Breda iets wil --of dat nu om een voetgangersdomein of

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 783