6 4 JANUARI 1973 belangrijke invloeden van buitenaf onze besluitvorming uithollen. Het is natuurlijk een bekend gegeven dat een groot aantal raadsleden sterke bindingen heeft met instellingen en bedrijven in onze stad. Het gaat d. onder andere om de horeca, om de vakbeweging, om het bedrijfsleven zoals de drankenhandels en bouwondernemingen; sterke bindingen bestaan t ook met de landbouw, met het onderwijs. De heer ROOZENBOOM: Met de PTT.' De heer CRUL: Inderdaad. De heer QUADEKKER: Met de achterban en met actiegroepen.' De heer CRUL; De heer Quadekker weet blijkbaar nog vele moge lijkheden op te noemen. In Breda zou men misschien enigszins van een coöperatieve raad kunnen spreken. Dit gegeven behoeft niet nadelig te zijn voor het functioneren van deze raad bij het behartigen van de be langen van deze stad. In de practijk blijkt echter in een aantal gevallen dat de invloed van het bedrijfsleven op de besluitvorming onevenredig groot is, hetgeen tot gevolg kén hebben dat het algemeen belang niet op de juiste wijze wordt gediend. Naar mijn mening is de afhandeling van deze Turfschip-kwestie een typisch voorbeeld van de manier, waar op het eigenlijk niet zou moeten gebeuren. Deze raad heeft als hoogste bestuursorgaan van de stad via de studie van de commissie ad hoe een aantal mogelijkheden aangedragen om tot verbetering van de exploitatie te komen. Beslissingen hierover waren reeds gedeeltelijk genomen; de aangedragen mogelijkheden werden sympathiek benaderd. Op dat moment presenteerde het bedrijfsleven zich; het bedrijfsleven zei onverbloemd dat deze raad een dergelijke aangelegenheid nooit goed kan regelen en kwam met het garantenvoorstel. De raad aanvaardde in feite zonder slag of stoot deze aangegeven mogelijkheid. De heer KROON: Zonder slag of stoot? De heer CRUL: Men koos voor een constructie, waarbij de overheid wel de zwaarste lasten draagt, maar alle zeggenschap over het gebouw en over het functioneren daarvan verliest. Ik meen persoonlijk dat de K.V.P. -fractie in deze een grote verantwoordelijkheid draagt, nu wij tot deze beslissing komen. De K.V.P, bedrijft in feite mét de V.V.D. liberale politiek in deze. U weet dat onze fractie op 26 september te kennen heeft gegeven tegen de door de garanten voorgestelde construc tie voor Het Turfschip te zijn, omdat men vanuit die constructie de verantwoordelijkheid van de raad voor een juist beheer van het inge brachte overheidsgeld en het gebouw niet waar kan maken. Verder wa ren de garanties voor de afvloeiing van het personeel onvoldoende; ten slotte zou de gemeenschapsfunctie niet voldoende tot zijn recht kunnen komen. Bovendien waren wij van oordeel dat de alternatieve mogelijk heden, die onder andere door de genoemde commissie ad hoe naar vo ren waren gebracht, onvoldoende tegen de door de garanten ingebrachte voorstellen in competitie waren gebracht. Onze principiële bezwaren blijven ook met de nieuwe informaties uit uw voorstel gehandhaafd. In de PAK-fractie hebben wij gesproken over de wijze, waarop wij na de principiële afwijzing de beraadslagingen van vanavond zouden moeten volgen. Uit een aantal mogelijkheden heeft de fractie gekozen voor een opstelling, die uitgaat van de realiteit. De heer Van Os heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 6