790 13 SEPTEMBER 1973 De heer VON SCHMID: Over de vraag of het publiek hier achter ons kan zitten hebben wij de afgelopen jaren al eindeloos gepraat. Ik meen dat dit probleem helemaal is opgelost. Ik meen dat u in een vergadering van de commissie algemene zaken heeft gezegd dat een en ander heel informeel geregeld zou kunnen worden. Als er boven wat mensen zaten zou een wenkje of iets dergelijks voldoende zijn om hen naar beneden te loodsen, tenzij er uiter aard veel ambtenaren zouden zitten. Ik begrijp niet waarom dit punt nu weer terugkeert. De mensen worden weggestuurd maar dat is helemaal tegen de afspraak die toen in de commissie algemene zaken is gemaakt. Overigens heeft dit punt evenmin iets met de verbouwing van de raadzaal te maken. Uiteraard moeten wij ervan uitgaan dat het noodzakelijk is dat wij ons voor het publiek ook beneden verstaanbaar maken en ik acht het voorstel ad 10.000,-- dan ook wel verantwoord. Overigens ben ik het met de heer Gielen eens dat er in deze tijd geen extra uitgaven moeten worden gedaan. Wij moeten op dit moment ook niet over ander meubilair of iets dergelijks denken. Er zijn wel belangrijker dingen in de stad te doen dan het tegemoetkomen aan onze wens iets zachter te kun nen zitten. Wethouder VAN DUN: Voor zover de publieke tribune aan ver bouwing onderhevig is heb ik reeds toegezegd graag met een voor stel te zullen komen teneinde aan de wensen van de raad tege moet te komen. Het is mogelijk dat de heer van Duijl iets gezegd heeft. Het beleid van het college stoelt echter niet op verwach tingen doch op besluiten. Indertijd heeft de raad het voorstel tot een verbouwing ten bedrage van 90.000,-- verworpen. Dat is ons uitgangspunt. Ik meen dat de heer Gielen zich vergist. De installatie is geen gemeente-eigendom doch deze wordt keer op keer, voor iedere raadsvergadering en voor iedere voortzetting daarvan, van een particulier bedrijf in Breda gehuurd. Dat huren kost veel geld en dat kunnen wij voorkomen. De heer GIELEN: Daar kan men tien jaar mee doorgaan! Wethouder VAN DUN: Daar gaat het niet om. In plaats van het huren van die installatie willen wij een doorverbinding van de luid sprekerinstallatie naar beneden maken. Wij behoeven dan geen ver sterkersinstallatie meer te huren en iedereen beneden kan ons dan met een minimum aan kosten horen. Ik wens het voorstel daartoe te beperken. De VOORZITTER; Dames en heren. Er zijn vanavond enkele op merkingen gemaakt over de plaats van het publiek in de raadzaal. Het college van burgemeester en wethouders heeft zich altijd op het standpunt gesteld dat in deze beperkte accommodatie zoveel mogelijk aan de wensen van het publiek moet worden tegemoet gekomen. Zelf heb ik in de afgelopen tijd meermalen de uitno diging tot de belangstellenden op de publieke tribune gericht om beneden in de zaal plaats te nemen. De zetels achterin de zaal zijn heus niet altijd door ambtenaren bezet. Het komt dan ook regelmatig voor dat achter de vertegenwoordigers van de pers mensen zitten die geen ambtenaar zijn. Ik maak mij zelfs sterk dat in de loop van de tijd het aantal niet-ambtenaren dat daar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 790