ONTWERP 27 SEPTEMBER 1973 793 (extra vergadering) AGENDA: bijlage nr. 281 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE DE BUDGETVERDELING EN DE BEGROTING VOOR HET JAAR 1974. Aanwezig: MEVR. W. JaGER-MIDDELBEEK, MEVR. E. M. VAN NES- BRANDS, MEVR. M. L.A. PAULUSSEN, MEVR. J. A.W. VAN ROOIJ- VAN DEN HEUVEL en MEVR. D. H. J. WILLEMS-VAN DOORN en de heren P. L. E. AMERICA, L.A.M. VAN BANNING, H. BROEDERS, J. L. G. BROOIMANS, P. J. VAN CAULIL, C. J. CRUL, J. P. A. VAN DUN, C.A. VAN DUIJL, F. P. M. FROGER, J. G. W. GEENE, G.H.J. GIELEN, J. P.M. GOOS, J.A. VAN GRAAFEILAND, A.M. JANSEN, P. M.J. F. X. KOERTSHUIS, A. B. KRAMER, A. KROON, A.W. VAN LOON, DRS. J. H.H. MANS, A. C. W. M. MENSEN, L. Ph. VAN OS, J. H. M. QUADEKKER, H. W. M. DE RAAFF, G. A. ROOZEBOOM, JHR. R. G. P. SANDBERG, DRS. J. H. SEVERENS, A. SPANJER, J. P. W. A. A.M. TAKS, J.C.A. M. VEELENTURF en J. A. VAN DEN WIJNGAARD. Afwezig zijn de heren H. BIEMANS, D. J.D. DEES, IR. H. J. VAN MERKOM en JHR. DRS. F.A. VON SCHMID. Voorzitter: de heer IR. W.J. L. J. MERKX. Secretaris; de heer DR. J. P. A. VAN DEN DAM. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad. De VOORZITTER; Dames en heren. De heren Kramer en van Graafeiland zullen wat later op deze vergadering komen. De heer Dees is verhinderd. Wij hebben vanavond één voorstel te behandelen. Ik heb echter een verzoek van de heer America ontvangen -- ik heb de raadsleden dit verzoek toegezonden -- om in de eerstvolgende vergadering een interpellatie te mogen houden ingevolge artikel 22 van het reglement van orde. De heer America spreekt van de "eerstvolgende vergadering" dat zou dus zijn in de extra vergadering van vandaag. De stukken zijn aan de raad toegezonden; de interpellatie heeft betrekking op de woningbouw in onze stad. Ik stel vast dat tot nu toe is voldaan aan de bepalingen van artikel 22: de indiening bij de burgemeester en de toezending van de stukken aan de raad. Ik meen dat nu allereerst, zoals artikel 22 aangeeft, de vraag aan de orde dient te komen of de raad toestemming wenst te geven tot het houden van de gevraagde interpellatie. Ik hoop straks aan de orde te stellen wat er dan verder moet gebeuren. Ik wil de raad vragen het debat allereerst te beperken tot de vraag of toestemming tot het houden van de interpellatie zal worden gegeven. Het lijkt mij ordentelijk de heer America te vragen of hij aan hetgeen hij reeds heeft medegedeeld nog argumenten heeft toe te voegen. Als dit het geval is, meen ik dat hij de eerste rechten heeft op het woord ten einde een toelichting te geven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 793