802 27 SEPTEMBER 1973 toch niet bepaald een beleid noemen. Dat is teleurstellend. Het enige beleid dat wij kunnen opmaken uit het voorstel is dat Breda het heel zuinig aan moet doen en dan nog tekort zal komen. In het voorafgaande heb ik getracht uiteen te zetten dat een grotere inzichtelijkheid niet tot stand is gekomen. Het betrekken van de raad in de voorbereiding is natuurlijk iets anders dan het achteraf door de raad laten aannemen van een uitgewerkte begroting. Als wij het voorstel in zijn huidige vorm aanvaarden, hoeft et eigenlijk niet zo veel meer gepraat te worden. De commissies van advies en bijstand zijn in ieder geval daar niet voor opgericht, Opnieuw zal worden aangetoond dat de raad als hoogste bestuursorgaan van de gemeente eigenlijk in de kou staat. Laten wij er geen misverstand over laten bestaan-, wij beseffen heel goed dat het samenstellen van een begroting 1974 voor Breda een ontzettend moeilijke en ondankbare taak is. Wij menen dat het daar om eens te meer nodig is dat de raad daarin ten volle meespreekt. Wanneer het college wil dat er vergaande beslissingen worden ge nomen, is het zaak dat de raad daarvan van tevoren volledig op de hoogte is en de achtergronden van de beslissingen volledig kan be kijken. Nader op het voorstel ingaande zou ik een enkele vraag willen stellen. Met betrekking tot de budgettaire capaciteit valt natuurlijk de onverwacht grote winst van het EnWa-bedrijf op. De heer Sandberg heeft hier ook al over gesproken. Het is heel merk waardig met deze winst: soms wordt zij heel hoog geschat en valt dan sterk tegen, soms wordt zij laag geschat en moet dan het vol gende jaar extra hoog zijn. De winst lijkt wel een soort elastiek waarmee men alle gaten dicht kan krijgen. Wij twijfelen er ernstig aan of deze sterk gegroeide winst van het EnWa-bedrijf op dit ogen blik reëel te noemen is. De toelichting die gegeven wordt is zeer summier: op het EnWa-bedrijf heeft men enkele interne ramingen gemaakt waaruit blijkt dat de situatie beter is dan men aanvanke lijk gedacht heeft. Ik vind het enigszins merkwaardig dat onder druk van ae samenstelling van de begroting plotseling een dergelijke ont dekking gedaan wordt. Bij het overzicht van de hogere opbrengst valt op dat er een nogal hoog bedrag wordt genoemd voor straat- en rioolbelasting, namelijk 330.000,--, dat is bijna de helft van het totaal. Men kan zich afvragen of de stijging bedoeld is als algemeen dekkings middel of dat zij veroorzaakt wordt doordat de kosten van dit ge bied van gemeentelijke activiteiten in de gemeente zo hoog zijn opgelopen. Dat is iets waarnaar men moet gissen want men vindt er nergens in het voorstel iets over terug. In hetzelfde staatje valt nog het zeer hoge bedrag voor bouwleges op. Ik weet niet waar het college dit optimisme vandaan haalt. Is het de bedoeling dat de tarieven sterk verhoogd worden en of wordt er verwacht dat er volgend jaar veel meer gebouwd zal worden? Ik verwacht dat uit de interpellatie die de heer America de volgende keer zal houden zal blijken dat er waarschijnlijk minder animo is om te bouwen, afgezien van de mogelijkheden die wij hebben. De verwachting dat er zeer veel meer aan bouwleges zal binnenkomen berust voor lopig naar onze mening op een erg optimistische kijk op de gang van zaken. In verband met de methodiek wijs ik op de kwestie van de 2 98% zou worden verdeeld en met 2% zouden eventueel nieuwe

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 802