27 SEPTEMBER 1973
813
de verschillende commissievergaderingen deze percentages eventueel te
wijzigen indien uit de beraadslagingen zeer zwaarwegende punten naar
voren zouden komen.
Tenslotte wil ik mij aansluiten bij de kritische opmerkingen die
met name door de heren Van Banning en Sandberg zijn gemaakt.
De heer VAN LOON: Bij de begrotingsbehandeling voor 1973 ston
den feitelijk twee punten centraal. In de eerste plaats was dit de metho
diek van de begrotingsbehandeling en meer speciaal de mate van invloed
die de raad op die begroting zou kunnen uitoefenen. Bij de begrotings
behandeling voor 1974 zal dus duidelijk een nieuwe methodiek worden
gevolgd. De heer Crul heeft al gezegd dat de afdeling voor de financiën
reeds sinds januari hierbij betrokken is geweest.
De heer VAN BANNING: Reeds sinds 1972.
De heer VAN LOON: De raad is hiermee voor de tweede maal ge
confronteerd, want voor het eerst hebben wij ons hiermee op 12 april be
ziggehouden. In zekere zin ben ik het met de heer Crul eens dat nu de
belangrijkste fase van mede-beleidsvoering en mede-invloeduitoefening
door de raad aanbreekt. Het zou ook goed zijn als de afdelingen na de
behandeling in de raad nader over prioriteitenstelling binnen de verdeel
de budgetten zouden spreken. Op die wijze komen wij naar mijn mening
tot een alleszins zinvolle behandeling van de begroting, zodat wij in fe
bruari in deze raad de totale begroting op een juiste wijze zullen kunnen
beoordelen.
Voorts is bij de begrotingsbehandeling voor 1973 duidelijk de funda
mentele aanpak van het uitgavenbeleid aan de orde geweest. Dit is naar
mijn mening een zeer belangrijke aangelegenheid. In de korte tijd na
die begrotingsbehandeling is er buitengewoon veel werk verzet. Wij zijn
duidelijk afgestapt van het bestaande systeem en overgestapt op het sys
teem van de budgettering. Teneinde het zo ver te brengen als wij van
daag zijn is het gehele ambtelijke apparaat ingeschakeld om tot een op
stelling van deze voorlopige primaire begroting te komen. Bovendien be
tekent dit dat er een verschuiving van de verantwoordelijkheid heeft plaats
gevonden. In de nieuwe opstelling is niet in de eerste plaats de wethouder
van financiën namens het college verantwoordelijk voor de begroting, maar
alle wethouders dragen nu binnen hun functie een bepaalde verantwoorde
lijkheid. De gevolgde procedure heeft met zich meegebracht dat er een
doorlichting moest plaatsvinden van alle uitgaven. Ik wijs hierbij op het
geen in de nota van aanbieding van het vorig jaar stond, U stelt daarin
onder andere: "Het gehele uitgavenpatroon en het takenpakket van de ge
meente zullen moeten worden doorgelicht en opnieuw op hun merites moe
ten worden beoordeeld. Hierbij zou vooral ook een afweging van de be
staande activiteiten tegenover nieuwe taken welke zich aandienen tot stand
moeten worden gebracht". Als wij de weg van de budgettering opgaan,
waarbij wij ons ten doel stellen dat de eindrekening binnen de budgette
ring zal blijven zodat wij niet meer worden geconfronteerd met tekorten
van 3. 000. 000, -- en meer, zal er ook binnen het apparaat een enorm
bewustzijn met betrekking tot de kosten moeten optreden. Het apparaat
zal er zich bewust van moeten zijn dat het binnen het kader van deze
budgettering moet werken en men zal zich daarop volledig moeten in
stellen. Binnen het apparaat en binnen de verschillende functies zal een
nauwgezette kostenbewaking moeten plaatsvinden. Ik begrijp dat het niet
mogelijk is alle kosten van te voren binnen het budget volledig vast te
stellen en dat er soms toch overschrijdingen zullen plaatsvinden, zodat