81 18 JANUARI 1973 kan het werk worden uitgevoerd voor het begin van de vakantieperiode? Ten tweede: bij de bewegwijzering van de binnenstad wordt een aantal punten aangegeven, maar wij missen helaas het Valkenberg, het infor matiecentrum en het gemeentehuis. Kunnen deze ook worden opgeno men? In de derde plaats zou ik willen vragen wat er gebeurt bij schade aan de wegwijzers, bijvoorbeeld door verkeersongevallen, Is daarvoor een verzekering afgesloten en zo ja, voor wiens rekening komt deze verzekering? De heer SANDBERG: Ik sluit mij gaarne aan bij de woorden van waardering die de heer Gielen heeft gesproken. Wethouder VAN DUN: Het is plezierig voor het college te verne men dat dit voorstel de instemming heeft van de raad. Ik meen dat het ook van belang is voor Breda dat er een duidelijke bewegwijzering komt, in de eerste plaats naar de binnenstad en in de tweede plaats naar die objecten die in de binnenstad van belang zijn. De heer Gielen heeft een aantal detailvragen gesteld, waarvan ik eerlijkheidshalve moet zeggen dat ik ze op dit moment niet allemaal kan beantwoorden. Een correctie wil ik daar echter wel op aanbrengen. Hij suggereert namelijk dat het rapport Stadsbewegwijzering van septem ber 1972 pas afgelopen dinsdag bij hem in de bus is gestopt. Dat mag misschien waar zijn, maar de heer Gielen moet dan ook zeggen dat het rapport al geruime tijd voor de leden van de afdeling ter inzage heeft gelegen. Over het vraagstuk van de kostenbegroting kunnen wij natuurlijk lang en breed praten, maar dat zit in bepaalde details. De heer Gielen zegt ten onrechte dat er op de kaart acht stadsplattegronden staan bij de invalswegen en dat dit niet klopt met de kostenbegroting. Ook daar in moet ik hem corrigeren, want in de kostenbegroting staan alleen de negen voorwaarschuwingsborden voor de stadsplattegronden. De stads plattegronden zelf kosten ons namelijk niets; die worden gratis geleverd. Wanneer er negen voorwaarschuwingsborden worden genoemd, bestaat de mogelijkheid dat bij een van de acht op de kaart genoemde punten twee invalswegen bij elkaar komen, zodat 150 meter daarvoor voor een bord twee voorwaarschuwingsborden nodig zijn. Dezelfde situatie doet zich voor met de lichtwijzers genoemd onder 2. Op bepaalde punten is het nodig die dubbel te plaatsen. Op de platte grond is dat niet terug te vinden, maar men zou dit kunnen weten als men de plattegrond van Breda nader bekijkt. In de afdeling is ook aan de orde geweest de bewegwijzering naar het informatiecentrum en het Valkenberg. Er is gezegd dat dit mogelijk is. Ik meen te mogen voor stellen dat de raad met dit krediet akkoord gaat en dat de definitieve bepaling van wat er in de binnenstad precies zal worden bewegwijzerd, samen met de raadsafdeling voor verkeer en vervoer nader zal worden bekeken. Er is een aantal suggesties gedaan en ik meen dat die binnen het raam van het krediet kunnen worden gerealiseerd. De heer Gielen heeft tenslotte gevraagd wat er gebeurt bij bescha diging. Ik weet niet of wij daarvoor een verzekering kunnen sluiten. Zoals men weet is beschadiging van de borden voor ons minder interes sant; het gaat naar ik meen meer om beschadiging van de lichtmasten- Ik zal graag nagaan of de gemeente daarvoor een verzekering heeft lo pen, waarna ik de afdeling voor verkeer en vervoer ook hierover zal infor meren. De heer GIELEN: Nog een korte opmerking. Op de tekening kan ik nergens vinden dat er negen voorwaarschuwingsborden zullen worden ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 81