836
27 SEPTEMBER 1973
enkele punten bij de verdere behandeling rekening moeten houden.
De heer Crul heeft eveneens gesproken over het beleidsplan en
over beleidsuitgangspunten. Ik wil hiervan zeggen dat beleidsuitgangs
punten nog niet automatisch leiden tot zodanige bepalingen dat daar
mee gemakkelijk kan worden gewerkt. Zij bieden wel houvast, maar
dit is nog geen vertaling in centen. U weet dat wij bij de behandeling
van het voorstel in april reeds onze twijfels over de totstandkoming van
een totaalplan, vertaald in geld, hebben uitgesproken.
Aan de opmerkingen over het uiteenvallen van het apparaat wil
ik nu voorbijgaan, want wij hebben al verschillende malen gesproken
over een eventuele desintegratie met betrekking tot het beleid. Hier
over kan een lang betoog worden gehouden, maar mede met het oog
op de tijd meen ik daarop nu niet te moeten ingaan.
Voorts moet ik nog een oordeel geven over de motie en het amen
dement. In de motie wordt het college verzocht vóór de behandeling van
de budgetverdeling in de commissies van advies aan de raad inzage te
geven in alle daartoe beschikbare materialen, waarbij dan met name
wordt gedoeld op het materiaal dat het college in de vergadering van 6
en 7 augustus ter beschikking stond en de notulen van die vergadering.
De notulen van de vergaderingen van het college zijn echter nooit in
de openbaarheid gebracht en dit moet naar onze mening ook niet naar
aanleiding van dit voorstel gebeuren; dit zou dan in een andere context
moeten worden behandeld. Bovendien is het college van mening dat
het ondoelmatig is alle daartoe beschikbare materialen en met name
het materiaal dat het college ter beschikking is gesteld aan de commis
sie ter hand te stellen. Bij de beantwoording van de vragen van de heer
Sandberg heb ik wel gezegd dat zal worden getracht in de commissie
de achtergronden van de totstandkoming van de deelbegrotingen inzich
telijk te maken. Onder deze toezegging en deze motivering ontraadt
het college de aanneming van deze motie.
Het amendement is verdeeld in drie punten. Het eerste punt is
reeds in deze vergadering behandeld. Onzerzijds is al gezegd dat de
totstandkoming van het gehele bedragenpakket door de raad kan worden
beoordeeld, zodat daaromtrent geen enkele moeilijkheid behoeft te
bestaan. Het college acht de punten 2 en 3 in strijd met het tot nu toe
voorgestelde en bovendien is dit in strijd met de mogelijkheden en de
praktische uitvoering. Wat betreft de mogelijkheid om aan het einde
van de rit nog over de aanvullende bijdrage te spreken, moet ik stel
len dat men er rekening mee moet houden dat dan de totale begroting
vóór het einde van dit jaar moet worden behandeld, waardoor er van
een zorgvuldige behandeling geen sprake kan zijn. Het college ontraadt
daarom de aanneming van dit amendement.
De heer SPANJER: Ik wil een korte stemverklaring afleggen. Ik
kan akkoord gaan met de voorgestelde budgettaire capaciteit en het
maximale tekort. Met betrekking tot de verdeling over de portefeuilles
moet er natuurlijk een ontsnappingsclausule worden opgenomen, waar
over wij in de commissies nog eens zullen moeten spreken. U hebt dit
reeds vastgelegd in het voorstel. Voorts is het voor mij zeer belangrijk
hoe de behandeling van de begroting in de commissies plaatsvindt. Ik
wacht met spanning het resultaat van de sanering af. Het is bijzonder
noodzakelijk dat hiertoe wordt overgegaan, omdat wij tenslotte baas
in eigen beurs moeten blijven.
Voorts heeft het zwembad Breda-Noord voor mij de hoogste urgen
tie. Wij mogen het de bevolking niet aandoen dat zij daar langer dan
noodzakelijk op moet wachten en ik wil ook niet het risico lopen dat