18 OKTOBER 1973 847 opstellen van de diverse roosters vakonderwijs rekening zou kunnen worden gehouden met een mogelijke verlaging van die factor per 1 januari 1974. Voor zover dit het bijzonder onderwijs betreft uiteraard een en ander overlatende aan de prudentie van die onderscheidene besturen om met de aanvang van het schooljaar 1973/1974 met de mogelijke verlaging al dan niet rekening te houden. In het kader van de voorbereiding concept-begroting 1974 was het ons niet wel mogelijk Uw commissie vooraf gelijktijdig te informeren. Het na der geconcretiseerde concept-raadsvoorstel zal Uw commissie op de gebruikelijke wijze uiteraard nog bereiken. Ons is op dit ogenblik nog niet bekend van reeds aangezegde ontslagen van vakleerkrachten werkzaam bij het bijzonder basisonderwijs; bij het openbaar basis onderwijs zijn geen ontslagen in dit verband aangezegd. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 16 augustus 1973) Mevrouw PAULUSSEN: mede om in de toekomst een oordeel te kunnen vormen over het cultuurbeleid in het algemeen en het schouwburgbeleid in het bijzonder is het van belang de opvatting van het college over de NKV-kunstkring te vernemen. Onder ver wijzing naar een publikatie in De Stem van heden verzoek ik Uw college ons volledige informatie over deze kwestie te verschaf fen. ANTWOORD. De aankoop van het gebouw Concordia in 1962 en de instelling van de stadsschouwburg zijn de directe aanleiding geweest na te gaan of het toentertijd bestaande uitkoopsysteem nog doelmatig functio neerde. Traditioneel werd het schouwburgleven namelijk gedragen door eigen groeperingen, die er prijs op stelden in eigen milieu voorstellingen te brengen en uit te gaan. De bestaande uitkoop verenigingen (Vereniging Concordia, Stichting Podium K. A. B.- Kunstkring en Vereniging H. K. I.werden uitgenodigd deel te nemen in een gemeenschappelijk overleg, de zgn. coördinatiecommissie, later de Raad voor Beroepskunst. Uitgangspunt van de gesprekken was zoveel mogelijk bewoners van stad en omgeving in de gele genheid te stellen kennis te nemen van culturele uitingen, hetgeen betekent een breed samengesteld program tegen prijzen, die objectief bezien geen belemmering moeten zijn voor net publièk. Reeds in het seizoen 1962/1963 werden onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van de uitkoopverenigingen een aantal vrije voorstellingen gebracht. In het seizoen 1963/1964 kon het vrije pro gramma dusdanig worden uitgebreid dat de uitkoopverenigingen Podium en H. K.I. besloten de eigen activiteiten te staken. De vereniging Concordia, financieel onafhankelijk, bleef haar eigen programma brengen. In de loop van de volgende jaren is er een zodanige samen werking gegroeid, dat de eigen activiteiten van de vereniging Con cordia meer het open schouwburgbeleid ondersteunen dan dat er sprake is van een eigen uitkoopvereniging. Het bestuur van de K. A. B.-Kunstkring, later N. K. V.-Kunstkring, meende dat een volledige integratie van haar activiteiten met zich zou brengen dat vele van haar leden de schouwburg niet meer zou den bezoeken. Op grond hiervan werden gedurende een reeks van jaren aan de N. K. V.-Kunstkring faciliteiten verleend m. b. t. de keuze,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 847