850
18 OKTOBER 1973
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 16 augustus 1973)
De heer AMERICA: ik ben enkele malen toeschouwer geweest
bij vergaderingen van de commissie voor algemene zaken. Ik heb
sterk de indrük dat in die commissie, alsook in verschillende andere
commissies, duidelijk besluiten worden genomen. Die besluiten be
treffen vooral zaken die niet zullen worden gedaan. Mijn vraag is
of dergelijke besluiten niet door de raad moeten worden genomen.
Ik zou graag van U willen horen of naar de mening van het college
besluiten om iets niet te doen in de commissies kunnen worden ge
nomen.
Moet voor dergelijke besluiten ook niet een voorstel aan de raad
worden gedaan?
ANTWOORD.
De door commissies genomen besluiten houden veelal een beslissing
in om een bepaald advies aan ons college uit te brengen.
Besluiten om iets niet te doen houden a contrario een advies
in aan ons college om de betreffende zaak niet te entameren.
Wordt door ons een dergelijk advies opgevolgd dan ligt het
in de lijn dat geen voorstel aan de raad wordt gedaan.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 13 september 1973)
De heer SEVERENS: door de gemeente Utrecht is besloten
geen grond in de binnenstad meer te verkopen, doch slechts uit te
geven in erfpacht.
Ook in onze raad is deze aangelegenheid diverse malen be
sproken. Gezien het belang hiervan, zal onze fractie graag de visie
van het college vernemen.
Daarom verzoeken wij U op korte termijn een nota over deze
aangelegenheid uit te brengen.
ANTWOORD.
Enkele maanden geleden is aan de commissie van advies en bijstand
voor openbare werken toegezegd, dat ons college een nota over het
erfpachtvraagstuk zou uitbrengen. In de septembervergadering van ge
noemde commissie is medegedeeld, dat het uitbrengen van die nota
eerst na januari 1974 verwacht mag worden, dit gezien de vele an
dere dringende werkzaamheden welke door de betrokken secretarie
afdeling dienen te worden verricht. Genoemde commissie is met het
vorenstaande akkoord gegaan.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 13 september 1973)
De heer SPANJER: ik heb dezer dagen geconstateerd dat het
water van de Singelgracht onaangenaam ruikt en bovendien een
zwarte kleur heeft.
Nu veronderstel ik dat dit geen nieuws is voor Uw college,
vandaar dat ik wil volstaan met de volgende twee vragen:
1. is het Uw college bekend wie of wat hiervan de oorzaak is?
2. is Uw college bereid stappen te ondernemen, eventueel in
overleg met de provincie en/of waterschap, ten einde binnen
afzienbare tijd verbetering in de situatie aldaar te bewerkstel
ligen