858
18 OKTOBER 1973
zocht, wanneer hun standpunt naar buiten zou moeten blijken, dit in
gezamenlijk overleg te realiseren om te voorkomen dat er ten onrechte
onderling "gekrakeel" en misverstanden zouden kunnen ontstaan, iets
dat wel meer voorkomt in de Bredase situatie.
Ik heb de afspraak met de woningbouwverenigingen dus eigenlijk
wat ruim geïnterpreteerd en bovendien heb ik dit standpunt zonder voor
overleg met hen in een besloten vergadering van de commissie openbare
werken medegedeeld. Ik wil hierbij duidelijk aantekenen dat het voor
mij nogal moeilijk is vanavond in de openbaarheid over deze aangelegen
heid te spreken, maar ik heb daar van tevoren het consent van de drie
woningbouwverenigingen voor gevraagd.
In de derde plaats vraagt de heer America welke motieven de wo
ningbouwverenigingen hebben om geen flats meer te bouwen. Welke ver
plichtingen hebben de woningbouwverenigingen ten opzichte van de ge
meente? De heer America zal het met mij eens zijn dat de eerste van
deze twee vragen wat meer genuanceerd moet worden; welke motieven
hebben de woningbouwverenigingen om geen flats meer te bouwen in de
randbebouwing van het winkelcentrum Hoge Vucht? Ik heb u verteld dat
ik op het ogenblik niet meer weet dan de mededeling, die in het genoem
de PKO-overleg gemaakt is, en de gesprekken die ik daarna met de drie
woningbouwverenigingen heb gevoerd. U weet dus dat de afspraak is dat
de woningbouwverenigingen alsnog brieven sturen om hun standpunt dui
delijker toe te lichten en hard te maken. Ik meen te kunnen stellen dat
bij de woningbouwverenigingen een duidelijke angst voor leegstand be
staat en dit heeft mij ertoe gebracht de woningbouwverenigingen te vra
gen hoe het met de leegstand gesteld is. De globale, indruk die ik op dit
moment heb is zo, dat er bij het Gemeentelijk Woningbedrijf geen leeg
stand is, alleen de verhuur verloopt wat moeilijker, dat er bij de Alge
mene Woningbouwvereniging geen leegstand is -- wel angst voor leeg
stand dat er bij de Bouwvereniging Sint Jozef geen leegstand is --
alleen angst voor leegstand -- en dat er bij de Bouwvereniging Sint Lau-
rentius leegstand is in de vijfkamerflats in Heusdenhout met een huur van
meer dan 400, -- en in een aantal woningen in Princenhage die ook
een huur van meer dan 400, -- moeten opbrengen. DSt is de mede
deling die wij destijds hebben gehad en dat is ook de reden geweest, waar
om de woningbouwverenigingen tot hun besluit geraakt zijn. Er is één
uitzondering, namelijk de bouwvereniging Sint Jozef die op dat moment
gezegd heeft dat men zich afvroeg of het in deze tijd -- in 1973 -- nog
wel wenselijk is zoveel gemeenschapsgelden in dit soort gebouwen te in
vesteren. Meer weet ik niet, want deze kwestie dient nog hard gemaakt
te worden; kortom, het ministerie heeft geweigerd bij een eventuele leeg
stand financieel bij te springen en de bouwvereniging Sint Jozef heeft
blijk gegeven van een afnemende belangstelling voor etagewoningen bij
woningzoekenden.
De heer America heeft gevraagd welke verplichtingen de bouwver
enigingen hebben ten opzichte van de gemeente. De bouwverenigingen
hebben in het algemeen binnen de beperkingen van dit moment te stre
ven naar een zo rechtvaardig mogelijke verdeling van de woonruimte en
een optimale woonsituatie voor de bewoners van Breda, waarbij het fi
nancieel aspect van de exploitatie nadrukkelijk in het oog gehouden zal
moeten worden. De woningbouwverenigingen zijn autonoom in hun eigen
beleid, zij hebben op vrijwillige basis de bouw van de hier bedoelde hoog
bouwcomplexen op zich genomen en voorbereid en zij hebben nu, op ba
sis van de genoemde globale motieven, een bepaalde aarzeling in hun be
sluitvorming aan de dag gelegd.
Vervolgens heeft de heer America gevraagd welke motieven de rijks