872 18 OKTOBER 1973 dat dit de gehele leegstand in Breda is, maar als mevrouw Paulussen iets kan voorzien dat op het ogenblik geen structurele vormen aanneemt heeft zij meer inzicht in de materie dan dit college ooit gehad heeft. Naar mijn mening kan de correspondentie met gedeputeerde sta ten terzake van de groeipolitiek op dit moment buiten discussie blijven. Mevrouw Van Nes heeft daar ook op geduid en ik meen dat de vragen van mevrouw Paulussen en mevrouw Van Nes inmiddels door het college zijn beantwoord. Ik heb gezegd dat de zes argumenten nog steeds gelden en dat dit naar mijn smaak nog steeds zes goede argumenten zijn. Mevrouw Paulus sen heeft één stukje geciteerd uit het gehele raadsbesluit en mevrouw Van Nes heeft over argument nr. 3 gesproken. Laat ik voor alle duide lijkheid de zes argumenten heel kort samenvatten: 1. Wij hebben gezegd dat de woningproduktie wordt vertraagd. Bij de be antwoording van de vragen van mevrouw jager kom ik daar nog iets uitgebreider op terug. 2. Het gehele Bredase contingent voor de komende drie jaar gaat verlo ren. Ik heb u in februari uitgelegd dat centrale directie en de provin ciale directie met harde plannen werken. Het is niet zo dat de woning bouwverenigingen met de armen over elkaar hebben gezeten, want zij hebben de voorbereidingen getroffen. Er zijn op dit moment verplich tingen terzake van dit complex van de woningbouwverenigingen aan de kant van de aannemers, er zijn verzoeken om financiële steun terzake van dit complex van de woningbouwverenigingen bij de gemeente bin nengekomen. De woningbouwverenigingen hebben dus normaal mee gewerkt. 3. Het overleg met de hoofdingenieur-directeur wordt moeilijker. Er is destijds nogal wat om dit argument gelachen, maar het is gewoon een feit. Misschien troost het mevrouw Van Nes dat het college de gang naar Den Haag mede op advies van de hoofdingenieur-directeur in Den Bosch onderneemt. 4. De huurprijzen worden door de stijging van de stichtingskosten met l°lo per maand morgen duurder dan vandaag. 5. Het gehele systeem van stichtingskosten in de randbebouwing van de Hoge Vacht en de daaruit afgeleide huurprijzen waren helaas, mijn heer Froger -- gebaseerd op de bouwstroom. Daar waren de aanneem- sommeri op gebaseerd en door dSt argument verloren te doen gaan wordt de bebouwing ter plaatse ook duurder. 6. De kwestie Zebrechts-Wilma. Ik ben niet in staat mevrouw Van Nes antwoord te geven op al haar vragen, maar het is een argument. Als wij met zijn allen gezellig gaan praten over de contractuele verplich tingen tussen Wilma-Zebrechts en de gemeente Breda, weet Wilma pre cies wat men moet doen. De heer FROGER: Dat weet men daar toch wel.' Wethouder VAN DUN: Er fs een contractuele verplichting van Wil ma, voorheen Zebrechts. Men hééft grond gekocht, de grond móét door de gemeente Breda geleverd worden en er móét een bepaalde bebouwing gerealiseerd worden, dat is een verplichting die Zebrechts op zich geno men heeft. Wij hebben Wilma in kennis gesteld van het besluit van de woningbouwverenigingen en wij hebben duidelijk gesteld dat de verplich tingen van Wilma, ondanks deze aangelegenheid, onverlet blijven. Er zóü echter een situatie kunnen ontstaan waarin --en verder mag ik in deze openbare vergadering niet gaan -- aan de kant van Wilma-Zebrechts juridische argumenten zijn te bedenken, die tegen de achtergrond van een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 872