876
18 OKTOBER 1973
rond het winkelcentrum Hoge Vucht is. Daar kan men echter over twis
ten, want dit zijn stedebouwkundige motieven. De bebouwing zal vol
gens uw besluit gedifferentieerd worden uitgevoerd en daaraan bestaat
dringend behoefte in de Bredase situatie, zodat het college naar mijn
mening terecht bij zijn plannen blijft en probeert die conform het meer
derheidsstandpunt van de raad tot uitvoering te brengen.
De VOORZITTER: Dames en heren. Dit is eigenlijk pas het einde
van de eerste termijn en ik meen persoonlijk dat wij verstandig zouden
doen het debat te beëindigen. De sprekers zijn vrijwel allen tweemaal
aan het woord geweest en ik zie ook de besluitvorming niet duidelijk
voor mij. Ik. begrijp echter dat u toch nog een enkele opmerking wilt
maken.
Mevrouw PAULUSSEN: Ik wil nog één ding zeggen rond de kwes
tie van de brieven, die mij erg hoog zit. De wethouder is bijzonder han
dig als het erom gaat het gelijk aan zijn kant te krijgen, in die zin dat
hij de heer America en mij een foutieve methode van discussiëren ver
wijt. Hij zegt dat wij iets vragen en dan bij voorbaat veronderstellen
dat wij het niet krijgen.
Wethouder VAN DUN: Dat heb ik niet gezégd.' Laten wij elkaar
toch in 's hemelsnaam goed citeren.
Mevrouw PAULUSSEN: U heeft gezegd dat de brief ter visie heeft
gelegen. Ik heb u gevraagd waar, wanneer en op welke wijze; ik heb
naar het stadhuis gebeld om te vragen of ik een afschrift van de brief
kon krijgen ter voorbereiding van deze interpellatie, ik heb een ande
re brief gekregen, ik heb opnieuw gevraagd of ik de brief ter visie kon
krijgen waarop men mij schriftelijk heeft medegedeeld -- misschien
moet de coördinatie ten stadhuize opnieuw bezien worden -- dat de brief
niet openbaar ter visie heeft gelegen en om die reden ook niet beschik
baar mag worden gesteld. Wij hebben de brief gelukkig vanavond ter in
zage gekregen, maar wij hadden veel eerder klaar kunnen zijn en dan
moet u mij niet verwijten dat ik een bepaalde discussiemethode hanteer.
Tenslotte zou ik u nog willen vragen deze gehele zaak via de com
missie openbare werken opnieuw in de raad te brengen, als het gesprek
met de directeur-generaal achter de rug is; er mogen geen maatregelen
op dit terrein worden genomen voordat de kwestie volkomen helder en
duidelijk is.
De heer VON SCHMID: Ik wil beginnen met dank uit te spreken
omdat de wethouder onmiddellijk is ingegaan op het verzoek, de brie
ven alsnog te fotokopiëren en ter visie te leggen. Dit heeft een misver
stand uit de weg geruimd en bovendien heeft dit mij een argument op
geleverd dat ik straks nog zal gebruiken.
Ik hoopte even dat er een oplossing kwam toen er werd gesproken
over het fietsen, want ik herinner mij dat de heer Van Os indertijd heel
duidelijk over de stuurkunde met de fiets gesproken heeft.
De heer VAN OS: Ik kan hem niet missen.'
De heer VON SCHMID: Hier en daar fietst men ook behoorlijk de
mist in, bijvoorbeeld in Zaanstad.
De wethouder zegt dat er eigenlijk geen fundamenten zijn wegge
slagen onder het standpunt van het college en hij heeft te dien aanzien