18 OKTOBER 1973 877 de zes argumenten ten tonele gevoerd. De argumenten van de directeur- generaal maken ook niet zo'n indruk op hem; hij gaat dan wel naar Den Haag, maar dat doet hij blijkbaar omdat hij eens een uitstapje wil maken. De wethouder heeft hieraan vastgekoppeld dat de woningbouw verenigingen door het standpunt van de directeur-generaal ook tot ande re standpunten kunnen komen en ik meen dat daarmee rekening moet worden gehouden. Juist de koppeling van de opvatting van de directeur- generaal aan het "alarm" bij de woningbouwverenigingen is anders ten opzichte van het vroegere fundament. Over de brief van de directeur-generaal van 10 mei valt naar mijn mening nog wel iets meer te zeggen en dat heeft te maken met de kwes tie van de sociale woningbouw. Dit is een heel belangrijk punt, dat me vrouw jager terecht naar voren gebracht heeft. Naar mijn mening heeft de heer America juist in verband met de sociale woningbouw destijds zijn motie ingediend en kort geleden zijn interpellatie gehouden, dat moe ten wij niet vergeten. Men kan van mening verschillen over de vraag, wat nu de beste sociale woningbouw is, en te dien aanzien bestaat er ook een heel honorabel verschil van mening in de raad. Er zijn mensen -- waartoe ik mijzelf ook reken -- die van mening zijn dat de hoogbouw sociaal niet langer verantwoord is en dat daar een einde aan gemaakt moet worden. Nu weten wij dat daar grote moeilijkheden aan verbon den zijn in verband met contracten en in verband met verandering van planning, want daar heeft de wethouder zeer uitvoerig over gesproken. Ik meen echter dat de motie indertijd bedoeld was om de gehele kwes tie nog eens grondig te bezien en om samen met de aannemers in en om Breda te bekijken of er geen andere mogelijkheden waren om tot een andere oplossing dan hoogbouw te komen. Wat dat betreft ben ik nog altijd blij dat de motie ingediend is en zou ik wensen dat de motie bij voorbeeld weer werd ingediend en dat zij dan aangenomen werd, maar dat is een andere kwestie. Ik neem aan dat de heer America ook nog wel het één en ander terzake te zeggen zal hebben. Nu kom ik bij de brief van de directeur-generaal, die schrijft: "Voorts is het mij bekend dat u in de wijk Hoge Vucht nog meer hoog- bouwplannen in voorbereiding hebt; daarnaast is mij uit de pers gebleken dat de sociografische dienst een onderzoek instelt naar klachten, welke in deze wijk worden geuit". Die klachten vormen natuurlijk ook een so ciale kant van de zaak, dus als u met de directeur-generaal over sociale woningbouw praat zal hij ook met dat punt komen. Ik meen ook gelezen te hebben dat de directeur-generaal heeft gezegd dat alom in den lande ernstige bezwaren rijzen en ik kan mij voorstellen dat de directeur-ge neraal in een gesprek het standpunt van de huidige regering naar voren zal brengen, dat juist het tegenovergestelde inhoudt. De wethouder zegt dat het college in ieder geval zijn plannen door zet, ook als de directeur-generaal geen garanties voor de leegstand wil geven. Ik meen dat de wethouder heel duidelijk gezegd heeft: "Wij gaan in ieder geval door, ook al blijft de directeur-generaal bij zijn stand punt". Dan kom ik weer bij de koppeling met de woningbouwverenigin gen en is de cirkel rond. Aan de ene kant is het verschrikkelijk moeilijk bestaande plannen stop te zetten, maar aan de andere kant wordt het col lege voor de vraag gesteld of de bestaande plannen wel gerealiseerd kun nen worden. Op die "tweesprong" staan wij gewoon, daar is niets aan te doen. Tenslotte nog een belangrijke vraag: wat is nu sociale woningbouw? Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik heb in eerste instantie flink zitten "doorzagen" over de kwestie met Zebrechts en dat heb ik natuurlijk niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 877