878 18 OKTOBER 1973 zomaar gedaan, want deze aangelegenheid is ontzettend belangrijk in deze gehele affaire. Dit is eigenlijk al vanaf 1968 het geval en de kwes tie komt maar niet boven de tafel. Ik kan begrijpen dat u daar uw ar gumenten voor heeft en het zal misschien ook niet prudent zijn op al mijn vragen antwoord te geven, dat ben ik volledig met u eens, maar het zit mij toch dwars. In 1968 en 1970 zijn er besluiten in de raad ge nomen, die gedeeltelijk uitgevoerd zijn en nog verder uitgevoerd moe ten worden, dat is een verplichting van het college. Wij weten echter niet hoe het op het ogenblik staat met de contracten, want voor zover ik heb kunnen nagaan rammelt daar op het ogenblik van alles aan. Wij hebben geen idee van de huidige financiële situatie tussen u en Wilma; wat is er afgehandeld en wat is er niet afgehandeld? Ik neem er genoe gen mee als u daar op het ogenblik verder geen antwoord op geeft, maar mede in dat licht gezien zou ik de suggestie van mevrouw Paulussen wil len ondersteunen om na uw gesprek in Den Haag de kwestie opnieuw in de raad te brengen. Ik neem overigens aan dat u heel goed weet hoe de situatie met Zebrechts op het ogenblik is, want ik kan mij niet voor stellen dat dit niet het geval is. Deze kwestie moet u toch ook danig interesseren. In ieder geval verzoek ik u ons na uw gesprek in Den Haag zowel in de commissie openbare werken als in de raad op de hoogte te stellen. De heer AMERICA: Graag wil ik nog op enkele punten ingaan. Al lereerst wil ik in tweede instantie een vraag stellen aan een aantal col lega-raadsleden, die onderschrijven lid te zijn van KVP, Protestants- Christelijke Partij en VVD. Ik kan hun gedrag ten aanzien van deze mijns inziens bijzonder belangrijke kwestie niet begrijpen en ik vraag hen dan ook: vindt u het onzin, dat wij over deze zaak praten? Zit u te wachten tot die onzin voorbij is? Of hebt u eigenlijk geen visie op deze belang rijke ontwikkelingen? Mevrouw J'aGER-MIDDELBEEK: Mag ik de heer America vragen wat hij op mijn gedrag heeft aan te merken? Dat zou ik graag duidelijk omschreven willen zien. De heer AMERICA: Mevrouw jager gaat in op een detailpunt, maar ik vraag gewoon waarom de grote partijen, die juist in de afgelopen ja ren in dezen beslissingen hebben genomen, ten aanzien van deze mijns inziens belangrijke nieuwe ontwikkelingen buiten de discussie blijven. Mijn vraag is, of u het onzin vindt dat wij hierover praten. Zit ik on zin uit te "braken"? Of hebt u op dit moment geen visie ten aanzien van deze belangrijke kwestie? Mevrouw jaGER-MIDDELBEEK: De sociale woningbouw is voor mij het allerbelangrijkste, omdat het gaat om de mensen met lage inkomens die behoorlijk willen wonen. Dat is het punt.' De heer AMERICA: Na deze opmerking tot mijn collega-raadsleden wil ik mij via u weer tot het college richten. Mét mevrouw Paulussen vind ik de affaire van de brieven bijzonder merkwaardig. Wethouder Van Dun schuift mij in de schoenen dat ik steeds een bepaalde methodiek hanteer en dat ik dingen suggereer. Er is heel uitdrukkelijk om die brie ven gevraagd en ik ben hier in het gemeentehuis op zoek geweest naar de brieven. Ik heb diverse mensen proberen te bellen, maar niemand wist ergens van; de brieven konden niet openbaar gemaakt worden. Ik zie het nu dan ook als een soort "Sinterklaas spelen" dat wij de brieven wél krij-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 878