881 18 OKTOBER 1973 De VOORZITTER: Dames en heren. Aan het adres van de heer Se- verens zouik willen zeggen dat wij wellicht zouden kunnen proberen zijn suggestie op te volgen, al kan ik te dien aanzien geen toezegging doen. Wanneer wij dit doen, ontvangt u de notulen hopelijk tijdig. Wat de interpellatie betreft moeten wij bédenken dat een interpel latie altijd een zekere actualiteit en een zekere urgentie moet hebben, zodat daarop ook snel gereageerd moet kunnen worden. Het reglement van orde geeft daar middelen voor aan; een schriftelijke voorbereiding is echter, vooral wanneer de termijnen kort zijn, in de praktijk uitge sloten. Wethouder VAN DUN: Ik wil voorbij gaan aan de opmerkingen van me vrouw Paulussen en de heer America over een bepaalde methode van dis cussiëren, want het zou kunnen zijn dat deze methode door verdere op merkingen van mijn kant nog meer in het vage zou geraken en dat is naar mijn mening niet zinvol. Mevrouw Paulussen heeft echter één opmerking gemaakt die ik wel moet beantwoorden, want zij heeft gezegd dat wij geen maatregelen moeten nemen voordat het gesprek met de directeur- generaal is gevoerd. Ik heb u gezegd dat wij ten aanzien van de door de raad genomen besluiten inzake financiële medewerking voor de 224 wo ningen aan de Doornboslaan, de 216 woningen aan de Groenedijk en de 250 woningen aan de Zandhovenstraat, de verplichting hebben deze raads besluiten uit te voeren en dat wij met die uitvoering nog steeds bezig zijn. Ik beantwoord nu meteen een deel van de vragen van de heer Von Schmid: wat betekent dat? Dat betekent dat wij op basis van de motive ring, die ik in eerste instantie heb gegeven, verder gaan met hetgeen wij in dit kader moeten doen. Eén van de dingen die wij moeten doen is bijvoorbeeld het bezoek aan de directeur-generaal, dat is een stap die wij moeten doen om de verdere besluitvorming aan elkaar duidelijk te maken. Vervolgens wil ik een "kortsluiting" rechtzetten, die wordt geïn troduceerd door de heer Von Schmid. Hij zegt dat wij eigenwijs blijven en dat het fundament is weggevallen; bovendien suggereert hij dat wij, ondanks hetgeen de directeur-generaal heeft gezegd, besloten hebben met de nieuwe complexen verder te gaan. Nu heel duidelijk: de raad heeft besluiten genomen ten aanzien van een aantal complexen en daar voor is financiële steun toegezegd, zodat de besluiten gewoon worden uitgevoerd. Daarnaast is er een aantal andere complexen, waarvoor de raad het ruimtelijk ordeningsbeslu.it genomen heeft. Hiervoor moeten wij echter nog financiële steun en medewerking vragen en nu kunnen wij een heleboel wegen inslaan. Een mogelijkheid is bijvoorbeeld dat het plan via de woningbouwverenigingen zijn normale weg vervolgt. De di recteur blijft bij zijn standpunt en de woningbouwverenigingen zouden bij nader inzien toch kunnen willen doorgaan. Stel nu eens dat de wo ningbouwverenigingen dit niet doen, dan ontstaat er een nieuwe situatie en het zal u duidelijk zijn dat wij hoe dan ook altijd nog naar de raad toe moeten. Terzake van hetgeen hier aan de orde is moet u nog be sluiten nemen, evenals ten aanzien van de vorm van deze besluiten: doen wij dit met de woningbouwverenigingen, met de garantie van de direc teur-generaal of zonder de garantie van de directeur-generaal? Naar mijn mening is het zinvol op d&i moment argumentaties en besluitvormingen te doen blijken. Laat er dus geen misverstand meer bestaan; hier gebeurt niets zonder dat u daarmee geconfronteerd bent. De maatregelen, die ik bedoeld heb, houden het verder voorberei den in van een stuk besluitvorming in de nieuwe situatie en het uitvoeren van een genomen besluit uit de oude situatie. Ik hoop dat mijn woorden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 881