18 OKTOBER 1973
891
10. bijlage nr. 288
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
NEMEN VAN VOORBEREIDINGSBESLUITEN VOOR:
1. HET GEBIED KERK AKKER
2. HET GEBIED TUSSEN KERKAKKER EN TUINZIGT.
De heer GEENE: Het is u bekend dat ik in de commissie voor ruim
telijke ordening bezwaar heb gemaakt tegen dit voorbereidingsbesluit.
Graag wil ik mijn bezwaren nogmaals exact kenbaar maken. Deze be
treffen niet het nemen van een voorbereidingsbesluit want dat is een
normale gang van zaken, maar ik heb moeite met de tekst. Het is mij
ook bekend dat in het tuinbouwgebied grote bedragen zijn geïnvesteerd,
juist met de bedoeling de tuinbouw daar te stimuleren en ook daarte
gen heb ik geen bezwaar,
Mijn moeilijkheden betreffen de tekst op bladzijde 2 waar staat:
Een analoge regeling als hierboven geschetst is voor het tuinbouwge
bied tussen Liesbos en rijksweg 16 opgenomen in het inmiddels in proce
dure gebrachte ontwerp-bestemmingsplan voor het landelijk gebied".
Dit is dus al de tweede plaats waar u bio-industrieën wilt weren of zo
veel mogelijk wilt beperken. Ik vraag mij af hoe lang u op deze wij
ze wilt doorgaan waardoor het gehele buitengebied van Breda langza
merhand wordt "opgerold" terwijl overal dezelfde tekst wordt opgeno
men dat het bio-industrieën verboden is zich te vestigen of tot uitbrei
ding over te gaan. Wij zouden minstens zo fatsoenlijk moeten zijn om
aan te geven waar die industrieën zich dan wel mogen ontwikkelen en
om die reden heb ik bezwaren tegen dit voorbereidingsbesluit. Ik kan
uw voorstel derhalve niet steunen.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Het kostte mij aanvankelijk wat
moeite om over dit voorstel het woord te voeren, omdat de heer Gee-
ne ons een brief heeft gestuurd waarin hij bezwaren aantekende tegen
het herhalen van standpunten in de raad. Gelukkig heeft hij dit nu zelf
gedaan zodat ik een vrijbrief heb om mijn standpunten in dezen in het
kort te herhalen.
Ik wil iets zeggen over het tweede gedeelte van dit voorstel, waar
in het gaat om het wijzigen van het voorbereidingsbesluit-Kerkakker.
Er zal een gedeelte van Kerkakker bij Tuinzigt worden getrokken. De
Suikerunie heeft zich aangemeld als gegadigde voor vestiging in Breda
en dit is natuurlijk een belangrijk gegeven. Er bestaat grote behoefte
aanwerkgelegenheid in de administratieve sector, hetgeen duidelijk
blijkt uit de door u verstrekte werkgelegenheidsnota. Aan de Suikerunie
wordt een vijftal vestigingsmogelijkheden voorgelegd, die, voorzover
ik kan nagaan, grotendeels niet zijn bestemd voor de vestiging van kan
toren. De Suikerunie wenst om voor haar dringende redenen uitsluitend
de Ettensebaan als vestigingsplaats en aan deze wens wordt door u tege
moetgekomen. Hieraan ligt natuurlijk de argumentatie ten grondslag
dat de Suikerunie zich anders elders zou gaan vestigen, waardoor voor
Breda aantrekkelijke werkgelegenheid verloren zou gaan. Helaas hebt
u deze argumentatie niet in uw voorstel naar voren gebracht. In uw voor
stel staat: "Het gebied tussen de woonbebouwing van Tuinzigt en het
tuinbouwgebied Kerkakker is als bufferzone bijzonder geschikt voor de
functie van kantoren en scholen". Voor mij is de redenering dat er tus
sen het agrarisch gebied en de stad een bufferzone moet komen onaan
vaardbaar; zij is er duidelijk bijgehaald om deze aangelegenheid te die
nen. De aantasting van een gedeelte van een agrarisch gebied wordt op
een onjuiste wijze goedgepraat en gezien de druk die een bedrijf kenne-