908
22 OKTOBER 1973
De heer CRUL: De PAK-fractie vindt de nota een goed stuk. Zij
kent evenals het college een hoge prioriteit toe aan het werkgelegen
heidsbeleid en zal deze als uitgangspunt nemen bij de ibenadeimgvv&n
de nota. Wij stellen ons voor dat dit stuk in brede kring aandacht zal
krijgen in Breda en omgeving en dat het college overleg zal gaan ple
gen met het bedrijfsleven over de betekenis van de nota en de nadere
uitwerking ervan. Het zal duidelijk zijn dat wij met "het bedrijfsleven"
de organisaties van werkgevers en werknemers bedoelen. Mijn fractie
is, zoals men weet, nog steeds van oordeel dat een raad voor de werk
gelegenheid op dit gebied een functie in Breda zou kunnen vervullen;
dat deze gedachte ook bestaat bij de K. V, P, of, sinds vandaag, bij de
"C, D. A. heeft naar onze mening speciale betekenis, zoals ook de heer
Brooimans al in de commissie voor economische, zaken heeft geconsta
teerd. Vandaag zou het van belang kunnen zijn van het college te ver
nemen hoe de contacten over de nota en het werkgelegenheidsbeleid in
de toekomst zullen verlopen.
In de commissie is al uitvoerig over dit onderwerp gesproken, maar
wij achten het toch nodig dat het oordeel van de fractie ook vandaag dui
delijk ter tafel komt. De informatie die de sociografische dienst in zijn
nota aan ons heeft verstrekt is zeer uitvoerig en vormt een uitgangspunt
voor het optreden van het college. Als samenvatting van het voorstel wor
den beleidsvoorwaarden geformuleerd die wij in zekere zin beschouwen
als een intentieverklaring van het college waarin wordt aangekondigd dat
B. en W. op basis van de beleidsvoorwaarden tezamen met de raad de
maatregelen gaan nemen die zij op het gebied van de werkgelegenheid
nodig achten. Wij hebben gemerkt -- dat is ook al even in de commis
sie ter sprake geweest -- dat aan de bestaande ondernemingen in Breda
eigenlijk weinig aandacht wordt besteed maar dat men zich in hoofd
zaak bezig houdt met de uitbreiding van de industrie die men mogelijk
acht. Naar onze mening kunnen de bestaande bedrijven wellicht door
hulpverlening van het overheidsapparaat de waardevolle plaats in Breda
blijven innemen die zij thans hebben. De wethouder van economische
zaken wekte in de commissie de indruk dat de mogelijkheden die wij
zien niet zouden bestaan. Thans zouden wij hierover graag de gedach
ten horen die de wethouder heeft, nu hij wellicht nog eens over de vraag
heeft nagedacht, of de overheid aan de bestaande bedrijven in Breda de
hulpverlening kan verschaffen die zij ingeval van eventuele calamitei
ten of andere situaties nodig acht om in staat gesteld te worden de werk
gelegenheid veilig te stellen voor de toekomst.
Uitvoerig is in de raad reeds de regionale aanpak van het werkge
legenheidsbeleid besproken. De PAK-fractie acht het kwalijk dat op dit
terrein geen samenwerking tot stand gebracht kan worden maar meent
overigens dat men in Breda niet stil kan blijven staan. Er moet iets ge
beuren, hoewel het een bekend feit is dat door het ontbreken van de sa
menwerking belangrijke bedragen onnodig worden geïnvesteerd en met
dit gebied verband houdende deskundigheden onvoldoende tot hun recht
kunnen komen. Wij zouden het college nogmaals willen vragen initia
tieven te nemen om in deze toestand verbetering te brengen, want naar
onze mening moet er een mogelijkheid zijn tot samenwerking en bete
re onderlinge afstemming van het beleid.
Met ontsluiting van de Haagse Beemden ten behoeve van het in
dustrieterrein die in de nota wordt bedoeld hebben wij geen moeite maar
wij zouden er bezwaar tegen maken als men in latere gesprekken over
de Haagse Beemden de thans te geven toestemming zou gebruiken om
aan te tonen dat er bij een industrieterrein nu eenmaal woonwijken ho
ren. Met een dergelijke conclusie gaan wij niet akkoord. Dit vraagstuk