18 JANUARI 1973 dat het ontzettend jammer is dat de wethouder van financiën nu pas met zijn cijfers komt, terwijl wij daar op 30 november eigenlijk al om heb ben gevraagd en de vorige week nog eens, omdat wij er met het summie re antwoord van het. college niet uit konden komen. Wij hebben ook uit drukkelijk gevraagd dat die cijfers ons voor de raadsvergadering zouden worden verstrekt; nu zitten wij er maar weer mee. Ik kom daar zo gauw niet uit en daarom vind ik het ook gerechtvaardigd dat de heer Spanjer zijn mo tie alsnog heeft ingediend; dan kunnen wij ook nog eens rustig naar die cijfers kijken. Men kan natuurlijk zeggen dat de pot leeg is, maar dat wil ik toch niet direct aannemen zonder dat ik op mijn gemak al die cijfers heb bekeken. Ook over de punten die de heer Crul zojuist heeft genoemd, met name de risicoreserve, willen wij graag nog enige in formatie hebben. Wethouder Van Dun heeft ons zijn ambitieuze programma voor gelegd, Daar was ook een aantal zaken bij die niet direct met dit voor stel te maken hebben, maar die natuurlijk wel te maken hebben met de uitgaven waarvoor wij nog komen te staan. Dat zijn allemaal uit gaven die vallen binnen het kader van de prioriteiten die de raad heeft gesteld met betrekking tot de volkshuisvesting. Ik geloof dat wij daar heel duidelijk over kunnen zijn. De raad heeft daar voortdurend de aandacht voor gevraagd en zal dat ook blijven doen. Vanzelfsprekend zijn daar consequenties aan verbonden, daar is iedereen van doordron gen, Het is ook een feit dat er, dat is altijd het geval bij het opknap pen van oude boedels, allerlei onverwachte zaken naar voren zullen" komen en dat dat altijd alleen maar tegenvallers zijn. Daar zal niemand zich verder iets bij voorstellen, maar het moet gewoon gebeuren. De wethouder heeft een principieel uitgangspunt aan ons voorge legd door te stellen dat wij het er allemaal over eens moeten kunnen zijn dat deze uitkering alleen een tegemoetkoming is. Dat is natuur lijk waar, want zoals ik al heb gezegd komen de mensen met een uit kering van 2. 000, -- ook niet rond. Wij blijven echter van mening dat deze uitkering in relatie moet staan tot de werkelijke uitgaven en zoals ik in eerste instantie al heb gezegd zijn die uitgaven ongetwijfeld nog hoger dan 2. 000, --, terwijl zij in de nabije toekomst nog wel hoger zullen worden door de stijging van de kosten. Naar onze mening is die relatie er dus wel degelijk, wij vinden ook dat 2. 000, -- een betere verhouding is dan 1.750, --. Ik heb in eerste instantie het argument aangevoerd dat het aanvan kelijk de bedoeling was de wijken te slopen. Ik heb helemaal niet ge zegd dat dit de bedoeling van de bewoners was; dat is altijd de bedoe ling van het gemeentelijk beleid geweest, het gaat immers om zogenaam de saneringsbuurten. Ik meen te weten dat de bewoners toen helemaal niet is gevraagd of zij het daarmee eens waren. Er zijn zeker veel mensen, dat weten wij allemaal, die graag in die wijken willen blijven wonen, maar daar ging het ook helemaal niet om. Het beleid van de gemeente was erop gericht die woningen te slopen en daar zijn wij van terug moeten komen, met instemming overigens van veel bewoners. Dat is de conse quentie waar wij nu mee zitten en daarom vind ik het onjuist als wij die bewoners nu voor het grootste deel van de kosten laten opdraaien. De heer AMERICA: Ik wil even ingaan op wat op mij is afgeko men ah een onheilspellend bericht. Wethouder Van Dun heeft name lijk gezegd dat wij een aantal calamiteiten moeten verwachten. Zou hij mij daar iets nader over kunnen informeren? Wat voor calamiteiten kunnen wij verwachten? Wellicht zal hij mij daar moeilijk over kunnen informeren, maar ik meen dat hij daar toch toe in staat moet zijn, om-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 90