928
22 OKTOBER 1973
De heer VAN OS: Ik wil graag nog een korte verklaring afleggen.
De vraag doet zich bij mij voor of wij beslissingen kunnen nemen over
het grondgebied en het bestemmingsplan van Prinsenbeek. Als aanvul
ling op de motie wil ik nog heel duidelijk stellen dat onze steun aan
de nota en de motie duidelijk niet betekenen dat wij voor de totale uit
voering van het bestemmingsplan Haagse Beemden zijn.
De VOORZITTER: Waarvan acte.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de motie van de heer Dees
c.s. aangenomen met aantekening dat de heer Von Schmid geacht wenst
te worden te hebben tegengestemd.
De VOORZITTER: Ik wil nog constateren dat er vanavond sprake is
geweest van beleidsvoornemens die geen beslissingen inhouden. Er zul
len u indien nodig nog concrete voorstellen bereiken.
Voorts constateer ik dat de raad van deze gemeente in het alge
meen positief heeft geoordeeld over de beleidsvoornemens van het col
lege.
Hierna worden de discussies over dit punt beëindigd.
20. bijlage nr. 298
INFORMATIEVE NOTA VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
TOT HET BEDRIJVENPARK.
De heer VEELENTURF: Namens de Protestants-Christelijke frac
tie en de K. V. P. -fractie mag ik onze waardering uitspreken over de
ze nota over het bedrijvenpark die u ons hebt gepresenteerd.
Zoals in de commissie reeds is vastgesteld heeft deze nota een
duidelijke samenhang met de nota over de werkgelegenheid die deze
avond reeds uitvoerig ter discussie is gesteld. Het is juist die werkge
legenheid die door middel van het vestigen van een bedrijvenpark een
extra injectie zal krijgen. Evenals u in deze- nota onderkent zijn ook
de beide fracties van mening dat een actief beleid in dezen de werk
gelegenheid kan bevorderen. Ook willen wij de voorkeur onderschrij
ven die u in deze nota aan de dag legt voor meer ondernemingen van
bescheidener omvang boven die van mammoetvestigingen. De risico
factor in de werkgelegenheid is namelijk bij een dergelijke ontwikke
ling beduidend kleiner. In het jongste verleden werden wij nog gecon
fronteerd met de problematieken en risico's van een mammoetvesti
ging in het kader van de werkgelegenheid.
Toch wil ik namens de beide fracties enige kanttekeningen plaat
sen bij deze nota. In de discussie over de nota-werkgelegenheid is ge
sproken over een regionale aanpak met betrekking tot industrieterreinen
en -vestigingen en terecht. Toch zijn wij van mening dat het regionaal
overleg, hoe belangrijk het ook is, er niet toe mag leiden dat een en
ander vertragend zou gaan werken, want een bezet industrieterrein is,
zoals reeds gezegd, té belangrijk voor Breda. Wij verwachten daarom
van uw college en de maatschappij die dit bedrijvenpark zal exploite
ren een actief en selectief beleid. Voorts zouden wij graag zien dat er
in de overeenkomst tussen uw college en deze maatschappij enige voor
waarden werden ingebouwd die een dergelijke ontwikkeling waarborgen.
Breda bevindt zich in de gelukkige omstandigheid dat zich op zijn
grondgebied zogenaamde schone industrieën bevinden en het is juist dat
het beleid van uw college erop gericht zal zijn deze situatie te hand-