92 18 JANUARI 1973 bedraagt, terwijl voor het groot onderhoud 6 miljoen nodig is„ Dat is nu juist het probleem, namelijk dat in het kader van de woningwet geving de risicofondsen gebonden zijn aan de complexen. Dat betekent dat de 6 miljoen die overblijven betrekking hebben op complexen die hier niet aan de orde zijn; het gaat daarbij in hoofdzaak om een groot aantal complexen die in de laatste tien jaar zijn gebouwd. Wanneer ik spreek over de ongeveer 6 miljoen die wij nodig zullen hebben in het kader van de tweede nota huisvesting, moet ik vaststellen dat de risicofondsen daar niet eens groot genoeg voor zijn. Terecht zal men dan vragen of wij elders fondsen hebben. Ik kijk dan een beetje vriendelijk naar mijn collega aan mijn linkerhand, want daar is nog geen enkele uitspraak over gedaan. Het zou echter mogelijk zijn dat wij als college samen met de raad tot overeenstemming komen over het bedrag van de algemene reserve dat op dit moment resteert en dat ongeveer zeven ton beloopt. Let wel, ik noem dit even als voorbeeld, het is geen besluit. Dat is wat ik bedoel wanneer ik spreek over fondsen elders wanneer blijkt dat de risicoreserves onvoldoende zijn. Mevrouw Van Nes tovert mij enkele woorden in de mond. Ik zou hebben gei'nsinueerd dat mijn ambitieuze programma wordt voorgelegd. Ik ben blij dat ik heb kunnen zeggen dat het een ambitieus programma is van de raad én het college. Dit programma heeft juist in een groot deel van de raad weerklank gevonden en ik meen dat wij daardoor ge zamenlijk op weg zijn naar een oplossing van de problematiek. Voorts meen ik dat mevrouw Van Nes in haar motie wel heeft ge sproken over "vergoeding". Ik heb het over een "tegemoetkoming", wat duidelijk een heel andere benadering is van de situatie. De heer America heeft mij gevraagd wat ik bedoelde toen ik zei dat ons calamiteiten te wachten staan die prioriteit moeten heb ben boven de verhoging van deze uitkering van 1. 500, -- tot f 1.750, -. Ik zou er een heleboel kunnen noemen, maar voor de duidelijkheid zal ik het bij drie laten. In de eerste plaats zijn wij - dat is natuurlijk een heel vreemde uitleg aan de raad - eigenlijk volkomen gek geweest, In de loop van dit jaar komen de verhogingen van de kredieten voor de renovatie van het Westeinde in de raad aan de orde. In overleg met de bewoners is er steeds gevraagd om iets meer en dat "iets meer" was steeds regel. Een aantal wensen is dan ook ingewilligd, variërend van een plankje in het schuurtje tot het leggen van tegels in de tuin. Dat loopt echter in de papieren en achteraf moet ik zeggen dat wij het beter niet hadden kun nen doen. Wij hadden beter op een andere manier die verhoging met 250, -- kunnen voteren; dat zou voor de raad veel duidelijker zijn geweest» Maar goed, er is in het typisch sociaal-maatschappelijk vlak van het randgebeuren van de renovatie bijzonder veel gedaan en daar voor krijgen wij de rekening gepresenteerd. Dat zijn prioriteiten. In de tweede plaats zou ik mij kunnen voorstellen dat de door de raad onderschreven en voor kennisgeving aangenomen tweede no ta huisvesting prioriteit verdient. De naoorlogse complexen woningen zullen opgeknapt moeten worden en zoals ik heb gezegd zijn de risi cofondsen niet toereikend» Als dat programma moet worden uitgevoerd, heeft dat voor het college prioriteit boven de verhoging van de uitke ring van 1» 750, -- tot f 2. 000, Hoewel het misschien onverstandig is wil ik nog een voorbeeld noemen. Zoals men weet wordt in de nota huisvesting tweede gedeelte onderscheid gemaakt tussen groot onderhoud en verbetering» De verbetering zal moe ten worden uitgevoerd en in overleg met de bewoners tot uitdrukking moeten komen in een huurverhoging» Ik hoop dat ik een beroep mag doen op het voorstellingsvermogen van de heer America om hem te suggereren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 92