930
22 OKTOBER 1973
houder op pad gaat en als dit juist is leven er bij ons nogal wat vragen
met betrekking tot dit bedrijvenpark.
Graag zullen wij vernemen op welke wijze de raad hierbij betrok
ken zal blijven, en hoe de wijze van informatie zal worden geregeld
met betrekking tot de voortgang van de besprekingen.
Ik ben het met de heer Veelenturf eens dat in de contractuele ver
plichtingen ten aanzien van de beheerder die te zijner tijd het bedrijven
park zal leiden een aantal voorwaarden moet worden ingebouwd. Is er
al enig zicht op welke dit zullen zijn? De mogelijkheid moet aanwezig
zijn om de negatieve invloeden te elimineren die het gevolg kunnen
zijn van de investeringen van buiten Nederland. Wij bedoelen hiermee
dat er wat betreft de investeringen van de zijde van het buitenland ont
wikkelingen gaande zijn die geen beïnvloeding van Nederland ten aan
zien van die bedrijven mogelijk maken; met name van de zijde van de
werknemers kan er geen invloed op de ontwikkelingen in die bedrijven
worden uitgeoefend. Wij zouden het niet juist vinden als dit ook in dit
bedrijvenpark tot de mogelijkheden zou gaan behoren.
De heer VAN OS; In de eerste plaats wil ik stellen dat wij dit een
goede, zeer duidelijk leesbare nota vinden. Het zou goed zijn deze te
gebruiken als verplichte lectuur voor alle ambtenaren die nota's moe
ten schrijven.
Voorop staat of dit een aantrekkelijke en realiseerbare gedachte
is en dit lijkt ons inderdaad een aantrekkelijke gedachte. Ik wil mij kort
heidshalve aansluiten bij de vraag over de garanties die de heer Veelen
turf heeft gesteld.
Het is inderdaad de vraag of deze nota moet worden gezien als een
beleidsvoornemen, waarbij meer moet worden gedaan dan het voor ken
nisgeving aannemen hiervan. Graag zullen wij op de hoogte worden ge
houden van de verdere ontwikkelingen voordat er beslissingen worden ge
nomen. Het lijkt ons namelijk toe dat deze nota daartoe niet uitnodigt.
De heer VON SCHMID: Als ondertiteling zijn inderdaad zoals door
verschillende leden is gesteld uitsluitend de woorden gebruikt; "Een aan
trekkelijke gedachte of in Breda realiseerbaar?" Het is ook mogelijk dat
deze gedachte zowel aantrekkelijk als realiseerbaar is en ik neem aan
dat het college daarvan ook uitgaat.
Ik ben van mening dat in deze nota zeer vruchtbare ideeën op ta
fel worden gelegd. Met de heer Van Os ben ik van mening dat zij uiter
mate leesbaar is. Ik heb de indruk dat het college ons dit plan heeft voor
gelegd als een soort blauwdruk waarmee men flexibel aan het werk zal
gaan, zoals de wethouder heeft gezegd. Ik ben er ook van overtuigd dat
hij dat zal doen, uitgaande van zijn visie.
Voorts neem ik aan dat deze nota een acquisitie-element bezit
met betrekking tot de mogelijkheden van de bedrijven die voor dit plan
zullen voelen. Ik heb begrepen dat er sprake zal zijn van een "in elkaar
werken" temeer omdat deze blauwdruk onmiddellijk is behandeld na het
voorafgaande stuk; uiteraard zie ik tussen deze beide nota's een heel dui
delijke coördinatie.
Ik wil nog enkele kritische opmerkingen maken, waarbij ik het heel
kort zal houden omdat deze materie in feite zojuist al aan de orde is ge
weest. Bij hetgeen is gesteld over de factoren die ten gunste van Breda
werken kan natuurlijk een vraagteken worden geplaatst evenals bij de zin
snede op bladzijde 4 waar wordt gesteld, dat het leef- en werkklimaat
in Breda goed is. Bij dit laatste vraagt men zich onmiddellijk af waarom
hier dan niet meer mensen komen werken, maar daar wil ik verder niet