932 22 OKTOBER 1973 naar gestreefd hieraan een zekere acquisitieve waarde te geven, zodat daarmee ook wat kan worden gemanoeuvreerd bij het aantrekken van vestigingskandidaten. Voorts achtte het college het wenselijk deze nota aan de raad te presenteren op het moment dat er een goede kans bestond dat dit be drijvenpark in Breda gestalte zou krijgen. Het leek ons niet juist u een gedachte voor te leggen zonder dat er enig idee zou bestaan over de mo gelijkheden van realisatie. Om die reden treft u hier en daar duplice ringen aan met de enigszins later tot stand gekomen werkgelegenheids- nota. Begin 1972 zijn de eerste ideeën over een dergelijk bedrijvenpark al tot stand gekomen en in de eerste helft zijn ook de eerste contacten met de betreffende maatschappij opgenomen. De heer Geene heeft hier op bij de behandeling van de werkgelegenheidsnota nog even geduid. Dit is bepaald geen projectontwikkelingsmaatschappij, maar zij beheert in Engeland een bedrijvenpark waar zij ook alle risico's in exploitatief opzicht draagt en alle nodige investeringen pleegt en ik kan u verzeke ren dat dit heel wat is» Deze maatschappij moet derhalve worden ge rangschikt onder de bedrijven die uit hoofde van hun taakopvatting een extra bijdrage leveren tot de gehele werkgelegenheidsstructuur. Aangezien de besluitvorming nog moet plaatsvinden zal de raad te zijner tijd over dit punt nog beslissingen moeten nemen. De heren Crul en Van Os hebben zich afgevraagd op welke wij ze de raad of delen daarvan bij de verdere ontwikkeling zullen worden betrokken. Natuurlijk is deze informatieve nota al een bron van infor matie en daarom is zij ook aldus genoemd, maar voorts is het duidelijk de bedoeling van het college om in de commissie voor economische zaken en ook in de raad van commissarissen van de B. R. I. M. deze pro blematiek nadrukkelijk te behandelen; dat zou niet anders kunnen. De heer Crul heeft nog een opmerking gemaakt over de investe ringen in Nederland en ik meen dat hij dit niet geheel juist ziet. Er is namelijk een deviezenbesluit van 1945 waardoor nadrukkelijk beperkin gen worden aangebracht in de mogelijkheid van het invoeren van vreemd kapitaal in Nederland, op welke wijze dan ook. Als deze maatschappij dit project dus gaat ontwikkelen zal zij op de een of andere wijze toch bij de Nederlandse kapitaalmarkt terecht komen, zodat dit naar mijn mening geen problemen zal opleveren. Hetzelfde geldt voor een ander mogelijk bezwaar dat de heer Crul naar voren heeft gebracht met betrekking tot de beïnvloeding van de Ne derlandse organisaties, met name de vakorganisaties, ten aanzien van het beleid. Het bedrijvenpark is feitelijk alleen maar een omhulsel en daar in worden bedrijven gevestiad. Deze bedrijven zullen ten aanzien van het Nederlands recht functioneren als ieder ander bedrijf.Zij hebben dezelf de verplichtingen ten opzichte van de vakorganisaties als alle anderen, zodat de problematiek eenvoudiger is dan de heer Crul meent. De heer Von Schmid heeft over deze nota gesproken als over een blauwdruk voor de ontwikkeling van dit project. In eerste instantie is hiermee een stuk grond van 25 ha gemoeid, dat in een periode van vijf jaar tot ontwikkeling zal worden gebracht. Teneinde de werkgelegen heid op peil te houden is de ontwikkeling van ongeveer 10 ha per jaar noodzakelijk, zodat u zult begrijpen dat naast dit bedrijvenpark de nor male industrievestigingen plaatsvinden. Hier ligt dus geen blauwdruk van het totale beleid ten aanzien van de industrievestigingen, maar een gedeelte daarvan zal slechts op deze wijze tot uitvoering komen. De heer VAN CAULIL: De wethouder heeft gezegd dat dit met na me een informatieve nota is en hij heeft in dat verband de B. R. I. M. ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 932