22 OKTOBER 1973
937
De heer Kramer heeft gezegd dat de cijfers in de vervolg-
nota's dynamisch moeten ■worden gemaakt en ik meen dat dit te
recht is. Het is natuurlijk niet mogelijk dit in enkele maanden te
doen geschieden» maar wij hebben begrepen dat er over deze ma
terie op gezette tijden vervolgnota's moeten verschijnen. Er zijn ver
dere studies noodzakelijk en daarbij moeten de cijfers geactualiseerd
worden.
Voorts heeft de heer Kramer gezegd dat de zelfstandigheid van
de bejaarden een uitgangspunt moet zijn en dat is ook de mening
van het college; dit uitgangspunt komt ook in de nota, wellicht wat
impliciet, tot uitdrukking. Wij gaan er in ieder geval vanuit dat de
bejaarden zo lang mogelijk zelfstandig moeten kunnen blijven leven.
Als die zelfstandigheid moeilijkheden gaat opleveren, moet er een
zodanige dienstverlening worden gecreëerd dat de bejaarde toch zo
zelfstandig mogelijk blijft met behulp van die aanvullende dienst
verlening.
Ik ben blij met de opmerkingen van de heer von Schmid die
heeft gezegd dat dit een goede gang van zaken is. Ik meen inder
daad dat er kan worden gesproken van een vooruitgang door deze
fasering in de behandeling, zodat na afwerking van de diverse fasen
inbreng mogelijk is. Wij hebben deze nota ook gezonden naar di
verse andere instanties in de hoop dat, voordat de tweede nota wordt
opgesteld, van hun zijde inbreng wordt geleverd zodat tot de juiste
beleidsvoornemens en beleidsbeslissingen kan worden gekomen.
De heer VAN OS- Ik heb de vorige week de wethouder ge
wezen op enkele typefouten in de nota die nogal storend waren.
Onderaan bladzijde 41 staat wellicht de belangrijkste regel van de
gehele nota en daarin zijn onjuiste cijfers opgenomen. Het is mis
schien goed dat deze officieel worden gewijzigd. De cijfers in de
tweede, derde en vierde kolom zijn namelijk van de voorgaande
regel overgenomen. Misschien kan de wethouder daar dadelijk nog
iets over zeggen.
De wethouder heeft gezegd dat de nota is of zal worden toe
gestuurd aan instellingen die hierbij belang hebben. Ik wil er nog
op wijzen dat verschillende burgers van Breda duidelijk belang
stelling hebben getoond voor deze aangelegenheid, zodat het wel
licht nuttig is de nota naar de mensen die bekend zijn te sturen.
Voorts wil ik erop wijzen dat de openbare vergadering over dit
punt op geen enkele wijze was aangekondigd en zelfs niet bekend
was op de plaats waar zij moest worden gehouden.
Vervolgens wü ik nog iets zeggen naar aanleiding van de op
merkingen van de wethouder over het zo lang mogelijk zelfstandig
wonen van de bejaarden. Mijns inziens is de woonomgeving daar
bij van grote invloed evenals de sociografische opbouw van die
omgeving. Een te grote concentratie van bejaarden lijkt mij niet
bevorderlijk voor een langdurige zelfstandigheid van deze mensen.
De heer SEVERENS: Ik wil nog een opmerking maken over de
maatschappelijke dienstverlening. De raad heeft indertijd de wet
houder verzocht om een beleidsnota over de situatie van de bejaar
den in het algemeen. De huisvesting is hiervan één onderdeel en het
is hierbij de vraag in hoeverre de maatschappelijke dienstverlening,
zowel van de zijde van de overheid als van particuliere instel
lingen, adequaat is. Ik zal met name graag vernemen in hoeverre