946
22 OKTOBER 1973
Wethouder MANS: Eerst wil ik de vragen van mevrouw Jager
beantwoorden. Het lijkt mij goed te erkennen dat ik in de raads
commissie voor jeugd en sport mijn excuses heb aangeboden voor de
door interne oorzaken opgetreden vertraging met betrekking tot de
behandeling van dit voorstel. De fout moet inderdaad niet worden
gezocht bij het coördinatieteam-Drugs. U weet dat het beraad van
b. en w. dat daarop is gevolgd heeft geleid tot een aantal funda
mentele vragen die betrekking hadden op de taakstelling, de financiën
en de verantwoordelijkheid. Het uitgangspunt voor dit beraad was de
noodzaak tot de drugvoorlichting en de haast die daarbij geboden
was. De conclusie van al deze activiteiten is u voorgelegd in een
raadsvoorstel waaraan de sectoren jeugd en sport, de maatschappelijke
dienstverlening en de sector onderwijs voor wat betreft de inschakeling
en de benadering van het voortgezet onderwijs hebben meegewerkt.
Wij moeten constateren dat er is gezocht naar een feitelijke oplos
sing opdat de raad dit punt nog in oktober kon behandelen en de
drugvoorlichting van start zou kunnen gaan. Alle betrokken in
stanties, de commissie voor jeugd en sport, de Jeugdadviesraad en
de coördinatiegroep-Drugs, zijn hetzij schriftelijk hetzij in monde
linge confrontatie ingelicht.
Naar aanleiding van de opmerkingen die de heer Mensen heeft
gemaakt lijkt het mij goed in het kort nog toe te lichten waarom
de keuze op de directeur van de G. G. en G. D. is gevallen. Ik heb
al gezegd dat praktische overwegingen en praktische argumenten
een zeer belangrijke rol hebben gespeeld. De G. G. en G. D. is
een dienst binnen wiens takenpakket de gezondheidsvoorlichting al
is opgenomen, hij beschikte al over een budget voor deze taalt,
hij participeert in de commissie-drugvoorlichting reeds door een
vertegenwoordiger en bovendien is aan de voorlichting over de
drugs -- dit kan toch niemand ontkennen -- duidelijk een medisch
aspect verbonden.
Ik wil niet treden in de discussie die de heer von Schmid met
de PAK-fractie is aangegaan.
De PAK-fractie kan voor één jaar met dit voorstel akkoord
gaan. Onder punt 6 in het voorstel staat duidelijk dat de evaluatie
eén van de doelstellingen is. De heer Mensen heeft gezegd dat de
structuur, de werkwijze en de financiering bij de evaluatie moeten
worden betrokken en ik kan hier alleen maar op zeggen dat dat nog
al duidelijk is; wat zouden wij anders moeten evalueren?
De verantwoordelijkheid ligt dus bij de directeur van de G. G.
en G. D.maar hij zal, zoals in het raadsvoorstel staat, zijn taak
uitvoeren in samenspraak met het coördinatieteam-Drugvoorlichting.
Wij hebben hierover gesproken tijdens de confrontatie met de direc
teur van de G. G. en G. D. en het team en ik moet u eerlijk zeg
gen dat één van de partners enige twijfels had die hij duidelijk op
tafel heeft gelegd. Tenslotte is men echter akkoord gegaan met deze
constructie, waarbij uitdrukkelijk is medegedeeld dat er een evaluatie
zal plaatsvinden. Als er iets misgaat, wordt dit onmiddellijk in het
college gebracht, vervolgens in de commissie en eventueel in de
raad.
De heer Mensen heeft verzocht om een inventariserend over
zicht, maar ik wil nu niet toezeggen dat het college dit binnen
drie maanden op tafel zal leggen; ditzelfde geldt voor het advies
van de landelijke vereniging voor alcohol en drugs. Dit lijkt mij
typisch een taak voor de commissie die wij vandaag in het leven