956 15 NOVEMBER 1973 de commissie van advies en bijstand heeft kunnen plaatsvinden. De raad heeft wel begrip voor het feit dat er door de nieuwe wij ze van begroten en budgetteren en alles wat daarmede samenhangt een achterstand in het werk is ontstaan. Hij is er voorts van overtuigd dat verschillende afdelingen enorm hard hebben moeten werken. Ook heeft de raad er begrip voor dat men de belastingvoorstellen, indien men deze effectief wil doen zijn, per 1 januari aanstaande moet doorvoeren. Wij zijn dan ook bereid alsnog onze medewerking aan de afwerking van de agenda, ook van deze punten, te geven. Er is echter al vaker op gewe zen dat de stukken zo laat binnen komen en ik wijs het college er dan ook met nadruk op dat de raad een volgende keer wanneer hij de stuk ken weer zo laat ontvangt het college een onverbiddelijke weigering tot behandeling zal laten horen. De VOORZITTER: U heeft zeer duidelijk blijk gegeven van uw ongenoegen inzake de late toezending van de stukken. U heeft namens de fractievoorzitters gesproken en ik ga er dan ook van uit dat u namens alle leden van de raad heeft gesproken. Ik moet dan ook constateren dat ook de wethouders over de late toezending van de stukken hun spijt heb ben betuigd. Als voorzitter van deze raad sluit ik mij daarbij aan. Het is natuurlijk erg gemakkelijk beterschap te beloven en na betrekkelijk korte tijd weer op die belofte terug te komen. U hebt er als nestor van deze raad gelijk in dat u deze opmerking maakt. Ten aanzien van de ook door u genoemde stukken inzake de be grotingswijzigingen -- agendapunten 35 en volgend -- moet ik een som bere mededeling doen. De raad vindt opnieuw een stuk op zijn tafel met het beleefde verzoek het binnenkort te behandelen. Wij moeten maar zien wat wij daarmee doen. Ik wil dat op dit moment wel erkennen. U heeft zelf de oorzaken van de moeilijkheden aangegeven. Ik geloof ook dat wij over het functioneren van de commissie van advies en bijstand zeker nog in de commissie algemene zaken moeten spreken. Wat de ter mijn betreft, de procedure is nog lang niet volmaakt. Ik heb geconsta teerd dat deze stukken eerst op 9 november jongstleden in de commis sie van advies en bijstand konden worden behandeld. Volgens het prin cipe van de commissie van advies en bijstand moet over dit soort kwes ties eerst advies aan het college worden uitgebracht en kunnen de stuk ken daarna aan de raad worden toegezonden. Uiteraard zijn er enkele argumenten aan te voeren voor het feit dat de stukken zo laat zijn rond gezonden; de heer Kroon heeft dat ook gedaan. Het is zowel overbodig als onjuist daar thans dieper op in te gaan. Het lijkt mij wel nodig een planning te maken wat de behandeling van de stukken in de raad betreft. Wij moeten daarover maar eens in de. commissie algemene zaken spre ken. Ik heb begrepen dat de raad deze gang van zaken voor vanavond accepteert en ik volsta met u toe te zeggen dat wij alles in het werk zul len stellen een herhaling te voorkomen. Ik ben met u van mening dat een dergelijke wijze van toezending een juiste behandeling in de raad vrij wel onmogelijk maakt. Wij zullen het aan de hand van de reeds door mij genoemde planning voortaan anders doen. Zonder de kwestie te willen bagatelliseren spreek ik mijn oprechte hoop uit dat wat de toezending van deze stukken betreft betere tijden zullen aanbreken. De heer KROON: Dank u, voorzitter.' De. VOORZITTER: Volgens het reglement van orde moet voordat de behandeling van de eigenlijke agenda een aanvang neemt het punt aan de orde worden gesteld waarbij toestemming kan worden verleend

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 956