15 NOVEMBER 1973
965
Op grond van de gevoerde briefwisseling constateer ik, dat de com
municatiekanalen tussen V„& D, en D'66 niet vervuild zijn, de kanalen
tussen college en raad echter volledig verstopt.
Daarom graag Uw antwoord op de volgende vragen;
1, Wil het college de raad volledig" informeren over de inhoud van het
gesprek dat op 26 juli met de directie heeft plaatsgehad t, a, v, de
plannen die daar door V„& D„ zijn voorgelegd en de afspraken die
daar tussen de partijen zijn gemaakt?
2, Wil het college de raad informeren over de afspraken, die telefo
nisch zijn gemaakt tussen V, D„ en een lid van Uw college?
3, Wil het college de raad informeren over het antwoord, dat men ter
zake aan V, D. denkt te geven op de voorgestelde plannen?
ANTWOORD
Zoals U bekend is heeft op 26 juli 1973 een eerste oriënterend ge
sprek plaatsgevonden tussen Dr, Drs, A,C,R. Dreesmann, de burgemees
ter en'wethouder J, van Graafeiland, waarbij globaal is gesproken over
de nog in het stadium van gedachtenbepaling verkerende plannen van
Vroom Dreesmann,
Dit gesprek zal worden vervolgd op 1 november a, s.
De heer Dreesmann is gevraagd ons in dat gesprek te informeren
over de visie en de exacte stand van zaken bij het bedrijf t„ a, v. de vol
gende punten;
- samenvoeging panden Raming/Vroom Dreesmann; functie van het
hoekpand aan de Nieuwstraat;
- de gedachte parkeervoorziening op het binnenterrein aan de Nieuw
straat;
- de bereikbaarheid van dit binnenterrein en het parkeersysteem;
- de bebouwing van de Noordelijke wand van de Nieuwstraat in relatie
tot genoemd parkeerterrein;
- de plannen met betrekking tot de bebouwing van het terrein Houtmarkt/
Ginnekenstraato
De commissies ruimtelijke ordening en openbare werken zullen, zo
als te doen gebruikelijk, over de verdere gang van zaken worden geïnfor
meerd.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt met
algemene stemmen besloten conform hetgeen bij elk der stukken is voor
gesteld.
De VOORZITTER; Ik meen u thans in kennis te moeten stellen van
het feit dat ik vanmorgen als voorzitter van de raad een brief van de heer
Van Merk.om heb ontvangen die als volgt luidt; 'De tijd welke benodigd is
voor een goede taakvervulling van het raadslidmaatschap is de laatste jaren
onevenredig gestegen. Thans is voor ondergetekende het tijdstip aange
broken waarop hij deze benodigde tijd niet meer in overeenstemming kan
brengen met zijn overige activiteiten, Bovengenoemde omstandigheid
dwingt mij er toe, met ingang van heden mijn lidmaatschap van de raad te
beëindigen. Tevens wil ik van dit schrijven gebruik maken om u, de wet
houders en de ambtenaren waar ik contact mee had alsmede de leden van
de raad te danken voor de prettige samenwerking'.
Wij constateren dat de heer Van Merkom niet langer lid van de raad
zal zijn. De opvolgingsprocedure zal nu in gang worden gezet. De vorige
keer hebben wij vrij plotseling van de heer Koertshuis afscheid moeten ne
men die ook niet meer in de vergadering is verschenen. Bij dezen wil ik