974
15 NOVEMBER 1973
strekt onmogelijke situaties worden gecontinueerd.
De heer AMERICA: Allereerst wil ik aangeven over welke punten
ik niet wil spreken. Ik wil niet spreken over een eventuele behoefte de
ambtenaar in zijn vrijheid te beknotten noch wil ik mij met zijn privé -
leven gaan bemoeien. In deze maatschappij moet een groot aantal posi
ties worden ingenomen en dit vereist dat er heel zorgvuldig wordt omge
gaan met het in één persoon verenigen van bepaalde posities. In dit ka
der begrijp ik niet goed hoe het college en ook de C. D. A. -groepering
in een artikel in het dagblad 'De Stem' waarvan ik een afschrift heb ont
vangen kunnen stellen dat dit zou indruisen tegen het recht van vrijheid
van vereniging en vergadering. Het is helemaal niet mijn bedoeling het
in ons democratisch bestel verworven grondrecht van vereniging en ver
gadering aan te tasten. Behalve de grondwet bestaat er echter ook nog
een Gemeentewet waarin onder andere in artikel 25 is geregeld wie geen
lid van de raad kan zijn. 'Het lidmaatschap van de raad is onverenig
baar met de betrekking van ambtenaar door of vanwege het ge
meentebestuur aangesteld en daaraan ondergeschikt' zoals punt f luidt.
Het is mij bekend dat het hier nu niet om een raadslidmaatschap gaat
maar het gaat wel om een orgaan dat bijzonder nauw verbonden is met
het functioneren van de raad. Volgens een ander krantenartikel in 'De
Stem' -- dat ook door de verklaring van de C.D. A. wordt ondersteund
-- blijkt dit orgaan het enige orgaan te zijn waaraan de C. D. A. -fractie
verantwoording schuldig is. Nu een dergelijke functie door een orgaan
waarin enkele topambtenaren van de gemeente Breda zitting hebben
wordt vervuld kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat daar enorme
conflicten uit zullen voortkomen. Het is zonder meer onverstandig een
dergelijke combinatie van functies te aanvaarden dan wel iemand daar
toe uit te nodigen.
De visie van het college blijkt gelijk te zijn aan die van de C.D.A.
Ik had dit kunnen verwachten want een meerderheid van het college is
ook gelijk samengesteld als de C. D. A. Het is moeilijk de discussie hier
over te voeren omdat uit de beantwoording van mijn vragen al duidelijk
blijkt wat het resultaat van een eventuele stemming hierover zal zijn.
De meerderheid gaat immers beslissen en het is al lang bekend wat die
meerderheid gaat beslissen. Als vertegenwoordiger van de minderheid
wil ik nadrukkelijk stellen dat ik deze gang van zaken een aantasting
vind van de spelregels zoals ik die ken en zoals ik die tracht te hante
ren binnen een democratisch bestel. Door deze combinatie van functies
ontstaat er een machtspositie die niet te tolereren en onverantwoord is.
Ik wil het in eerste instantie bij het lanceren van deze mijns inziens fun
damentele stelling laten.
De heer DEES: Naar onze mening kunnen vragen als de heer Ame
rica heeft gesteld terecht gesteld worden, hoewel ik daarbij aanteken dat
deze kwesties vooral in algemene zin zoals wethouder De Raaff dat heeft
gedaan en niet naar aanleiding van een bepaald voorval zoals de heer
America dat heeft gedaan moeten worden benaderd. Het gaat hier om
partijpolitieke activiteiten van ambtenaren. Onze fractie is van mening
dat ambtenaren zich evengoed als andere burgers vrij en volgens hun ei
gen verantwoordelijkheid in het maatschappelijk en politiek leven moe
ten kunnen ontplooien. Dit is ons eerste uitgangspunt dat wij pas zullen
verlaten wanneer een ambtenaar deze vrijheid misbruikt en met voeten
treedt. Bevoogding vooraf zoals de heer America dat voorstelt achten wij
niet op zijn plaats.