976
15 NOVEMBER 1973
De heer CRUL: Ik doel niet op kwesties met betrekking tot de amb
tenaren maar er is al eerder gesproken over relaties met groeperingen bui
ten de raad. Zeker bij mij persoonlijk maar ook bij anderen in deze raad
komt dat niet zo best over. Het gaat hier om een vergelijkbare situatie.
Blijkbaar heeft men daar in de C. D. A. helemaal geen moeite mee en
dat geeft toch wel te denken. De raad is onder andere een bestuurlijk or
gaan, een politiek orgaan en een controlerend lichaam. De fracties --
ook de confessionele -- maken daar deel van uit. Wij hebben begrepen
dat het overlegorgaan van de C. D. A. waarin deze topambtenaren zit
ting hebben een begeleidende en controlerende functie heeft en naar mijn
mening is dat griezelig.
De heer KROON: Het is geen controlerend orgaan.'
De heer CRUL: Dat is wel aldus overgekomen en ik meen dat dit
ook zo bedoeld is.
De heer KROON: Dan is het verkeerd overgekomen.
De heer CRUL: Misschien kan de voorzitter van die club daar iets
over vertellen?
Ik vind her. een griezelige aangelegenheid zowel voor de ambtena
ren zelf als voor de C.D. A.als voor het college en voor de raad. Daar
om moeten wij er vanavond over spreken. Het college en de raad hebben
bij deze verweving van functies hun verantwoordelijkheid. Wij zitten in
een glazen huisje hetgeen in ons politieke bestel ook noodzakelijk is. Het
is toch heel moeilijk verteerbaar dat het democratisch recht van iedere
burger wellicht tot gevolg kan hebben dat een ondemocratische besluit
vorming plaatsvindt. In deze situatie is deze mogelijkheid aanwezig.
De heer VAN OS: Wij delen de bezwaren van de heer America.
Zowel de beslissing van de ambtenaren in dat 'samenwerkingsorgaan' zit
ting te nemen als de opvatting van de christelijke partijen over democra
tie vinden wij onbegrijpelijk en vreemd. Wij hebben het gevoel dat de
kiezer hierdoor helemaal buiten spel komt te staan want hij treft een ex
tra belemmering tussen het toekomstige raadslid en zichzelf aan. Het
zal heel moeilijk aanwijsbaar zijn dat ambtenaren ev. misbruik maken van
hun wetenschap in dit samenwerkingsorgaan. Het zou veel beter zijn even
tuele ontsporingen in dezen te voorkomen.
De heer Dees heeft een opmerking over de positie van de heer Ame
rica in deze raad gemaakt. Ik weet zeker dat de heer America te allen tij
de bereid is aan de raad verantwoording af te leggen van zijn daden zowel
in het verleden als in het heden.
De heer DEES; ïk ben blij dat te horen.
De heer VAN OS: Dit kan ik overigens niet van iedereen zeggen.
De heer VON SCHMID: Wat ik nu heb gehoord heeft mij tot in
Tiet merg' verbaasd. Dit geldt vooral voor de woorden die zojuist door
mijn geachte collega de heer Van Os zijn gesproken.
De heer Crul stelt dat de confessionelen de primeur zouden heb
ben van het feit dat er ambtenaren bij het politieke spel betrokken zijn
geweest. Ik merk op dat dit absoluut niet het geval is, want reeds eer
der zijn ambtenaren daarbij betrokken geweest. Het doet er uiteraard
niet toe welke ambtenaren dat waren. Het valt overigens te waarderen