97
18 JANUARI 1973
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik veroorloof mij bij dit voorstel
enkele kritische opmerkingen te maken. Het gaat hier om de benoe
ming van twee leden van het college van regenten van een gesticht voor
R. K. oude vrouwen. Die betiteling wil ik beschouwen als een overleve
ring uit het verleden, men zou kunnen zeggen dat die historisch-anec-
dotisch is.
Een heel andere kwestie is de inhoud van het voorstel, namelijk
de benoeming van twee nieuwe regenten op voordracht van het college
door de gemeenteraad. Om organisatorische redenen wordt een benoe
ming aanbevolen vanuit het bestuur van de Luciastichting. Voorgesteld
wordt een keuze uit vier regenten. Mijn vraag is nu: waarom niet vier
regentessen? Zitten er in het bestuur van de Luciastichting geen vrou
wen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom worden zij dan niet afge
vaardigd? Ik vind het niet acceptabel dat wordt voorbijgegaan aan de
plaats van vrouwen in dergelijke bestuurslichamen, zeker niet wanneer
het gaat om een zaak voor vrouwen, of het nu R. K„ vrouwen of andere
vrouwen zijn. Ik neem aan dat burgemeester en wethouders als eigen
tijdse politici bij het college van regenten hebben geprotesteerd tegen
deze weinig eigentijdse zaak. Daarvan wil ik hen graag getuigenis la
ten afleggen.
De heer FROGER: Misschien zitten er vrouwen in het bestuur van
het tehuis voor oude mannen.'
Wethouder DE RAAFF: Er zitten helaas alleen heren in dat bestuur.'
Verder ben ik het met mevrouw Van Nes eens dat die titel historisch-
anecdotisch is. Ik heb daar ook met het college van regenten over ge
sproken. Dezen waren het ook met mij eens, maar er blijken allerlei
juridische problemen vast te zitten aan de wijziging van de naam van
dergelijke instituten. Inmiddels noemt het zich, zoals men misschien
weet R.K. Gesticht voor Dames of R.K. Damestehuis. Nogmaals, ik
ben het volkomen met mevrouw Van Nes eens dat die naam volkomen
overleefd is.
Vervolgens heeft mevrouw Van Nes gevraagd of er geen vrouwen
zitten in het bestuur van de Luciastichting. Ik weet het niet zeker. De
Luciastichting werd aanvankelijk beheerd door religieuzen. Enkele ja
ren geleden is dat veranderd en is het een stichting geworden. Ik heb
al verschillende keren met het bestuur van de stichting gesproken en
ik moet zeggen dat ik er nooit een dame bij heb gezien. Ik veronderstel
dan ook dat het bestuur geheel uit heren bestaat. Daarom heb ik ook
niet bij het college van regenten geprotesteerd tegen het feit dat er op de
voordracht geen dames stonden. Waar het om ging was een relatie tot
stand te brengen tussen de twee besturen om tot samenwerking te ko
men. Daartoe heeft men een voordracht opgesteld van vier bestuursleden
en ik meen dat dat een goede voordracht is.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik moet bekennen dat ik erg teleur
gesteld ben door het antwoord van wethouder De Raaff en daarmee het
antwoord van het college, waarin toch verschillende politieke partijen
verenigd zijn die ik een beter inzicht in de emancipatie had toegedacht
dan nu getoond wordt.
Om principiële redenen kan ik daarom niet met het voorstel tot
benoeming van deze regenten meegaan. Evenals mijn fractiegenoot
zal ik dan ook blanco stemmen.
Bij de hierna volgende stemming worden ingeleverd 36 stem-