98
18 JANUARI 1973
briefjes, waarop zijn uitgebracht 29 stemmen op de heer Heere, 3
stemmen op de heer Van Tiggelen, 28 stemmen op de heer Krijnen
en 4 stemmen op de heer Van Dijk, alsmede 6 stemmen in blanco
en 2 ongeldige stemmen, zodat de heren drs„ G„ Th, M, Heere en
M, P, Krijnen zijn benoemd,
39, Bijlage nr, 38,
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OM DE SUBSI
DIEREGELING VOOR DEDAGVERBLUVEN VOOR GEESTELIJK GEHAN
DICAPTEN VAN DE DR. JOHANNES KARDINAAL DE JONG STICH
TING IN TE TREKKEN,
De heer KOERTSHUIS: Het komt de laatste tijd nogal eens voor
dat het rijk bij projecten die het samen met de gemeenten subsidieert,
de zogenaamdekoppelsubsidie, de subsidie van de gemeente overneemt.
Het rijk wordt dan de enige subsidiegever en de gemeente hoeft niet
meer te subsidiëren, In 1971 hebben wij dit onder meer gezien bij de
gezinszorg, de ongehuwde moederzorg, de zwakzinnigenzorg en nog
enkele andere vormen van sociale zorg. Met het vervallen van de ge
meentelijke subsidie bestaat echter het gevaar dat op den duur ook de
relatie tot en de aandacht voor een dergelijk project in de gemeente
verslapt en zelfs ophoudt. Ik zou ervoor willen pleiten dat, zeker als
het gaat om projecten op het terrein van de maatschappelijke dienst
verlening, zöals hier de zorg voor geestelijk gehandicapten, de zorg
en de aandacht en eventueel de begeleiding van de gemeente blijven
bestaan.
Wethouder DE RAAFF: Het gevaar dat de heer Koertshuis signaleert is,
tenminste theoretisch, inderdaad aanwezig, In de practijk gebeurt het ook.
Ik geloof echter dat in dit concrete geval dat gevaar niet aanwezig zal
blijken te zijn en dat de zorg en de aandacht die er altijd zijn geweest
ook inderdaad zullen blijven bestaan; dat kan ik hem garanderen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
41. Bijlage nr. 40.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VER
LENEN VAN EEN AANVULLENDE SUBSIDIE AAN DE STICHTING
KATHOLIEK INSTITUUT VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN.
Van de agenda afgevoerd zijnde maakt dit voorstel geen onder
werp van de beraadslagingen uit.
42. Bijlage nr. 41
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE
SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET AD 7.285,-- VOOR DE
AANLEG VAN EEN STRAATVERLICHTING OP HET PARKEERTERREIN
ACHTER DE PANDEN BARONIELAAN 2 TOT EN MET 12 TE BREDA.
De heer VAN DUIJL; Dit voorstel is in de vorige vergadering te
ruggenomen en ik zie nu dat het nauwelijks veranderd opnieuw op de
agenda staat. De reden dat ik hierover een opmerking wil maken is de
volgende. Op 6 april 1970 heeft de raad uit de eenjarige kredieten een
bedrag van 22,728, -- beschikbaar gesteld, zoals ook in het voorstel