4 JANUARI 1973
participantenvergadering geregeld. De in dat artikel genoemde beschei
den, namelijk de jaarrekening met toelichting en het accountantsrapport,
lijken ons onvoldoende materiaal crn een oordeel over de activiteiten van
de stichting te kunnen vellen. Wij vinden het in dit geval noodzakelijk
dat naast de genoemde bescheiden een jaarverslag van de door de stich
ting op touw gezette activiteiten aan de gemeente wordt aangeboden.
De PAK-fractie vindt het verder nodig dat de jaarrekening, het accoun
tantsrapport én het jaarverslag, zoals door ons bedoeld, met een preadvies
aan de raad ter bespreking worden voorgelegd. Daarbij zou het naar onze
mening mogelijk moeten zijn dat het preadvies van het college wordt
samengesteld met de door de gemeente gekozen bestuursleden in de stich
ting, Wij vinden dit punt zó belangrijk dat wij, indien het college ons
in deze niet zou kunnen volgen, een motie aan de raad willen voorleggen
in verband met deze kwestie.
Het bedrijfsfonds valt of staat met de aanwezigheid van een pachter.
De participantenbijdrage is natuurlijk zeer belangrijk, maar is toch onvol
doende om een verdere exploitatie te kunnen garanderen. Het is onze
fractie niet duidelijk hoe de stichting, zowel op practische als op finan
ciële. gronden, zonder de pachter de exploitatie óver de overeengeko
men termijn kan garanderen. Financieel gezien is dit naar onze mening
de eerste jaren zeker niet mogelijk. Wat betekent nu feitelijk de garan
tie van de exploitatie? Wordt aan de garantie al voldaan, indien het
gebouw niet wordt gesloten en indien verder geen activiteiten plaatsvin
den? Of is het noodzakelijk dat de normale activiteiten, die wij in Het
Turfschip verwachten, gegarandeerd zijn? Wellicht is het noodzakelijk
dat in de overeenkomst wordt vastgelegd, wat nu precies met voortzet
ting van de exploitatie wordt bedoeld, In de statuten en in de overeen
komst wordt verschillende malen het woord gemeente genoemd, In de
afdelingsvergadering is op dit punt ook reeds de aandacht gevestigd.
Wij vragen ons af of het juist is dat, indien dit woord genoemd wordt,
de gemeenteraad van Breda bedoeld wordt, uiteraard voorzover dit niet
in strijd is met de bepalingen in de Gemeentewet. Misschien kan het
college ons op die vraag antwoord geven.
De participanten, die gaan optreden, hebben tot op heden geen
toezeggingen voor hun bijdragen gedaan. Dat was ook nog niet moge
lijk, omdat de stichting in feite nog niet bestaat. Wij zouden toch graag
op de hoogte gehouden worden van de bijdragen, die de stichting van
de participanten verwacht. Wellicht is het mogelijk de raad in april
een overzicht van de stand van zaken te geven,
In de vergadering van 26 april heeft de fractie met de wethouder
gediscussieerd over de risico's die de pachter en de stichting gaan lo
pen, als wij met hen de overeenkomst sluiten. In de vergadering van
26 september heeft de wethouder getracht ons duidelijk te maken wel
ke risico's gelopen werden. Uit de stukken, die thans voor ons liggen,
en ook uit het antwoord dat wij toen van de wethouder hebben gekregen,
hebben wij niet kunnen opmaken welke risico's nu in feite door de pach
ter en door de stichting gelopen worden. Wij zouden dus nogmaals aan
de wethouder willen vragen vanavond op die risico's in te gaan.
De heer Sandberg heeft reeds aandacht besteed aan het personeels-
aspect, met name betreffende de bemoeiingen van de vakbond in deze.
Ik heb persoonlijk een aantal vragen daarover aan het college voorge
legd; dë belangrijkste vraag betreft de uitspraken van de wethouder over
een eventueel faillissement. Ik. zou die vragen opnieuw aan de wethou
der willen voorleggen en hem willen vragen of hij al dan niet in het
overleg gesproken heeft over her feit dat het faillissement voor Het