1016 21 NOVEMBER 1974 gericht op de wijze, waarop Het Ei in Breda "leeft". Dat betekent dat naast de financiële en ruimtelijke aspecten van het begin af aan reke ning is gehouden met het aspect dat de heer Beckers meent te missen. Ik ontken het ontbreken daarvan en ben van mening dat er zeer tijdig aan is gedacht. Naar mijn oordeel is het één van de meest elementaire bases waarop een totale inspraakprocedure gestalte zou kunnen krijgen. Het is bepaald niet zo dat inspraak altijd via hearings zou moeten plaats vinden of dat inspraak zou moeten geschieden via een speciaal gefor meerde groep, die zich daarmee bezighoudt. Ook dan komt men name lijk voor allerlei representatieve problemen te staan. Ik wil hierbij ook de opmerking van de heer Lambregts betrekken. Er bestaat geen enkel verschil van mening over dat dit college de bevolking zal betrekken bij de uitwerking van de voorstellen rond Het Ei, De wijze waarop dit zal moeten geschieden moet in de commissievergadering nader worden be zien nadat het college daar in algemene zin een standpunt over heeft bepaald. Wat mogelijke alternatieven betreft het volgende. Ten aanzien van een bad als Het Ei bestaan er natuurlijk vele technische en financiële as pecten en beperkingen. Van die technische aspecten is er in elk geval een aantal dat men als data moet hanteren, ook bij inspraakprocedures. Als men zou suggereren dat ook wat dat betreft de nodige flexibiliteit in het plan zou kunnen worden opgenomen is die inspraak eigenlijk een vorm van volksverlakkerij. Een zwembad bestaat nu eenmaal uit een bepaald aantal dingen en over verschillende daarvan kan men alterna tief denken. Ik denk nu bijvoorbeeld aan speelgroen, liggroen, terras sen, veel of weinig springplanken, wel of niet geschikt voor waterpolo, zwemwedstrijden, trainen", speelwerktuigen, kortom de gehele aankle ding van een dergelijk bad. Over een bepaald aantal technische aspec ten dienen echter van tevoren gegevens te bestaan en daaraan valt dan ook nog maar heel weinig te veranderen. De heer Beckers heeft nog gevraagd of binnen dit bedrag niet één maar verschillende schetsen kunnen worden gemaakt. Omdat hij deze vraag ook in de commissievergadering heeft gesteld heb ik het nog even na kunnen laten gaan en het blijkt inderdaad mogelijk om binnen het be drag van 50, 000, -- een aantal voorlopige schetsen te maken, zodat er toch nog de nodige alternatieven kunnen worden getoond. Er is nog helemaal niets beslist over de vraag, wie wat gaat bou wen. De heer BECKERS: Sorry, ik heb gevraagd wie het schetsontwerp gaat maken. Wethouder VAN GRAAFEILAND; Er zijn in dit verband door de dienst openbare werken reeds enige tijd geleden contacten gelegd met de Hei- demij. Hiermede meen ik de meest relevante elementen uit de betogen te hebben besproken. De heer BECKERS; Ik ben blij te kunnen constateren dat de commis sievergadering toch niet zinloos is geweest, want er is een aantal veran deringen in het standpunt van de wethouder te constateren hetgeen ik uiteraard van harte toejuich. Ik ben erg blij dat het initiatief van onze fractie tot dit resultaat heeft geleid. Het belangrijkste is dat de wethou der zegt dat het onderzoek, op initiatief van het college uitgevoerd door de dienst jeugd en sport, al het nodige materiaal biedt. Enkele dagen geleden zei de wethouder tijdens de commissievergadering dat hij niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1016