van de directeur van de dienst voor jeugd en sport? Zo ja: a. welke zijn de argumenten van het college om de vertrouwelijkheid, die tussen de raad en het college via de raadscommissies was overeengekomen, op te heffen; b. waarom hoeft bovengenoemde wethouder bepaalde vertrouwelijke inlichtingen uit de commissievergadering aan de verslaggever medegedeeld, zoals bijvoorbeeld "de C.D.A.-fractie kan met het voorstel van het collego niet akkoord gaan"; c. heeft de wethouder ook met de verslaggever gesproken over de afgesproken maatregelen om de situatie van de leiding van de dienst voor jeugd en sport te verbeteren? De heer CRUL: Een aantal jaren geleden is in de commissie voor algemene zaken over het stellen van vragen gediscussieerd. Van de kant van burgemeester en wethouders is toen besloten en dat is in feite ook aanvaard door de raad dat in bepaalde gevallen, als er sprake was van urgentie, de antwoorden onmiddellijk zouden kunnen worden ge geven. Aangezien naar aanleiding van de publikatie van vanmorgen onze fractie veel vragen worden gesteld, zijn wij van mening dat zich thans een dergelijke situatie voordoet. Te meer daar de gegevens bekend zijn en de antwoorden naar onze mening zonder meer kunnen worden gegeven, zouden wij willen vragen of het college de gestelde vragen onmiddellijk wil beantwoorden. De VOORZITTER: Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat ik de neiging had voor te stellen de vragen van de heer Jor.geneel als normale in de rondvraag gestelde vragen te beschouwen, zodat zij niet op dit ogenblik dienen te worden behandeld. Naar aanleiding van de vraag van de hoer Crul moet ik beraad houden in het college, dat naar ik hoop slechts enkele minuten zal duren. Ik schors de vergadering. SCHORSING. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Het college heeft zich beraden over het verzoek van de heer Crul. Wij zijn daarbij tot do conclusie gekomen dat een beantwoording op dit ogenblik niet gewenst is, zowel vanwege de prudentie ten opzichte van de persoon, als vanwege de zorgvuldigheid die wij bij de beantwoording graag willen betrachten. Ik hoop dat u voor dit standpunt van het college begrip hebt', en ermee zult willen instemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1037