28 NOVEMBER 1974 1043 te voeren beleid zeker als men aan nieuwe activiteiten denkt -- maakt het een vrij groot verschil of men enkele miljoenen guldens meer of minder ter beschikking heeft. Dit komt naar onze mening over een met de investerings- en exploitatielast van een investering van minstens 10 miljoen. Zondei dat het zou opvallen zou men bijvoor beeld een vermoedelijk tekort op een zuiveringsinstallatie kunnen weg werken. De begroting zou dan nog sluitend kunnen worden gemaakt, hetgeen wij een onbevredigende situatie vinden. Ook het college heeft dit probleem onderkend. B. en w. hebben meermalen laten weten dat men naar wegen zoekt om begroting en na calculatie -- of zo men wil: de jaarrekening -- in tijd dichter bij el kaar te brengen. Als het tijdsverschil tussen jaarrekening en begroting tot één jaar zou kunnen worden teruggebracht, krijgt de jaarrekening -- waarop een nacalculatie in feite neerkomt -- voor de raad veel meer waarde. Wij hebben dan veel eerder inzicht in de punten waarop de gerealiseerde posten van de begroting afwijken. In dit verband zouden wij gaarne van het college vernemen hoe ver het met zijn pogingen is gevorderd en langs welke weg het tot verwezenlijking denkt te kunnen komen. Hoewel intussen het systeem van de bugettering al belangrijk meer inzicht heeft gegeven in de opbouw van de begroting en de verschui ving in de posten onderling, zijn wij nog niet geheel van het systeem van de stapelbegroting af. Ter verduidelijking bij een stapelbegroting worden steeds nieuwe uitgaven aan de bestaande toegevoegd zonder dat wordt nagegaan of aangegane verplichtingen kunnen of moeten worden beëindigd. Breda is met de begroting op de goede weg. Als men zo doorgaat, zal naar wij verwachten de begroting ook voor de raad een hanteerbaar beleidsinstrument worden en niet, zoals tot voor kort, een verzameling boekwerken die men met schrik ter hand neemt omdat men er de weg niet in kan vinden. In het C. D. A. -programma hebben wij nogal sterk aangedrongen op het werken met een meerjarenbegroting. Wij deden dat omdat op die wijze meer dan tot nu toe het beleid op langere termijn tot uitdruk king zou worden gebracht. Bij de nieuwe methode van budgettering en de uitgebreide begrotingsvoorbereiding waarbij de adviescommissies betrokken zijn moet het mogelijk zijn iets verder te kijken dan één jaar Graag vernemen wij hoe b, en w. daarover denken. 53 Van de gemeentelijke inkomsten bestaat uit doeluitkeringen. Verwacht zou mogen worden dat deze uitkeringen de kosten van de be trokken activiteiten dekken en in enkele gevallen, bijvoorbeeld bij de politie, is dat ook inderdaad het geval, maar in andere gevallen, bij voorbeeld bij het onderwijs en in de sociale sector, is daar geen sprake van. Het optrekken van de normen houdt op geen stukken na gelijke tred met de enorme kostenstijgingen. Landelijk wordt op het gebied van het onderwijs nog steeds uit de gemeentekassen 250 miljoen bijgepast, terwijl van de uitgaven in de sociale sector nog altijd 10 °jo voor rekening van de gemeenten komt. Voor Breda betekent dit dat de stijging van kosten in de sociale sector in één jaar ten bedrage van circa 8 miljoen een bedrag van circa 800. 000, -- ten laste van de ge meente brengt. De richtlijnen voor de besteding van de doeluitkeringen worden door het rijk vastgesteld en in feite gehanteerd als voorschriften. Aan gezien nog grote bedragen uit de gemeentekas moeten worden bijgepast, zou men graag zien dat het gemeentebestuur een grotere inbreng in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1043