1056 28 NOVEMBER 1974 gangspunten; b. dat volledige informatie van het college wordt verkregen over de besprekingen die in besloten collegevergaderingen en overige niet- - openbare vergaderingen zijn gevoerd; c. dat in de commissies één van de commissieleden als voorzitter optreedt, terwijl het college een adviserende taak krijgt. Graag zouden wij het oordeel van het college en de raad over de ze punten vernemen. Met klem willen wij er in dit verband op wijzen dat naar onze mening onze raadsgroepering in de gelegenheid moet worden gesteld onverkort haar taak als volksvertegenwoordigster van een belangrijk deel van de burgerij uit te voeren; de opdracht daartoe is ons door middel van de verkiezingen verstrekt. Wij zijn ervan over tuigd dat het college en de fracties van C. D. A. en V. V. D. aan dit democratisch recht niet zullen willen tornen. Nu is in de commissie voor jeugd en sport een geschrift verstrekt waarin een urgentievolgorde voor bepaalde activiteiten wordt voorge steld. In dit advies staat dat de voorgestelde urgentievolgorde is geba seerd op onder meer een vergelijking met het gezamenlijk programma van de fracties van het C.D.A. en ae V. V. D, Tussen haakjes staat daarbij: "ter oriëntatie is ook een vergelijking gemaakt met het pro gramma van Progressief Breda". Aangezien de betekenis van een en ander niet geheel duidelijk is, zouden wij er in de beantwoording van de algemene beschouwingen graag wat meer over horen of dit alleen geldt voor de sector van jeugd en sport of dat in de andere sectoren een soortgelijke handelwijze zal worden gevolgd. Met betrekking tot de zojuist gemaakte opmerkingen over fractiehulp blijkt uit deze opstel ling duidelijk dat in het college niet wordt uitgegaan van elementen van het programma van P. v. d. A. en P. P. R.maar alleen van het programma van C.D.A. en V. V. D. Bovendien is de opsomming die bij de vergelijking met het programma van Progressief Breda wordt ge geven, zó onvolledig en op sommige punten ook niet geheel juist aat dit toch wel te denken geeft. Ik kom toe aan enkele opmerkingen over de begroting. Wij heb ben aan de hand van een stringente prioriteitenstelling op korte en lange termijn voorstellen aan de raad gepresenteerd die in het amendement zijn opgenomen. Onze voorstellen wijken op enkele punten van de voornemens van het college af. Wij hebben ons moeten beperken, om dat wij niet over de informatie beschikken die nodig is om aan de hand van de historische begroting meer activiteiten in competitie te brengen. Uit de verdere behandeling en vooral uit de reactie van het C.D.A. zal moeten blijken of men bij een beoordeling van onze voorstellen de verkiezingsbeloften wil nakomen of dat dit slechts woorden zijn ge weest die geen betekenis hebben. Als dit laatste het geval zou zijn, dient opnieuw te worden vastgesteld dat de conservatieve C. D. A. - ers het in de afweging van belangen hebben gewonnen van de progressie vere, die wèl van mening zijn dat in ons werk de zwakkeren in de maatschappij op vrijwel al onze krachtsinspanningen recht hebben. De positie van de zwakkeren kan alleen worden verbeterd, indien wij daar metterdaad aan willen meewerken. Naar aanleiding van de begrotingsdocumentatie constateer ik dat het ambtelijk apparaat op het gebied van de cijfers en de financieel- - technische gegevens uitstekend werk heeft verricht. Daarvoor spreek ik onze waardering uit. De ambtenaren hebben uitvoerige en gedetail leerde gegevens in de begroting aan ons voorgelegd, meer dan in enig jaar hiervóór. Met deze financiële gegevens wordt zeker een basis ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1056