28 NOVEMBER 1974 1057 legd voor de door ons bepleite opzet van een begroting die zijn funda ment in een beleidsplan vindt. Uit het zeer goede werk van het ambte lijk apparaat kunnen wij afleiden dat het ook de nieuwe uitdaging van het beleidsplan zal aankunnen. De laatste ontwikkelingen schijnen een nieuwe start van de ont wikkeling in de richting van de gewestvorming te kunnen inhouden. Het is nog te vroeg om te beoordelen welke mogelijkheden er door de laatste ontwikkelingen nu werkelijk tot uitvoering kunnen worden ge bracht. Reeds tal van malen is gebleken dat serieus bedoelde plannen van de centrale overheid door het ontbreken van de mentale bereidheid van de basis niet tot uitvoering konden worden gebracht. De heer DEES: Ik zou de heer Crul willen vragen welke serieus be doelde plannen van de regering hij op het oog heeft. De heer CRUL: Ik doel hier niet op serieus bedoelde plannen van de laatste tijd. De plannen van langere tijd geleden gingen in de rich ting van grote gewesten. Naar onze mening heeft men gewacht op een positieve bijdrage van de basis, waarmee wij de betrokken gemeenten bedoelen. Herhaaldelijk is gebleken dat bepaalde gemeenten deze op roep niet horen of niet willen horen. Dit is de bedoeling van deze pas sage in mijn betoog. Helaas moest ook worden geconstateerd dat die zelfde basis niet bereid was op eigen initiatief een doorbraak naar meer gewestelijke sa menwerking te realiseren. Het zal zaak zijn de nieuwe ontwikkelingen thans van beide kanten aan te vatten. Hiervoor is het nodig dat de bur gers en besturen zich bewust zijn van de dienende functie die zij ver vullen. Prestige-overwegingen en daarmee vergelijkbare argumenten zullen daarbij opzij moeten worden gezet. Wij zijn van oordeel dat Breda er geen misverstand over moet laten bestaan dat het zich volle dig in dienst wil stellen van de nieuwe gewestelijke ontwikkelingen, ten gunste van het welzijn van de bevolking. Tot slot iets over 1975, het Jaar van de Vrouw. Bij haar afscheid van deze raad heeft mevrouw Van Nes de mannen gevraagd een plaats je te gaan verzitten. Zij betoogde dat in het bijzonder de politieke partijen -- althans sommige -- er hard aan zouden moeten werken om de verschuivingen in het maatschappijbeeld tot uitdrukking te brengen. Wij zullen deze woorden ter harte moeten nemen en iets moeten doen aan de achtergestelde positie van de vrouw in alle sectoren van de sa menleving. Dit tot slot van onze algemene beschouwingen. Dit onder werp hebben wij niet apart verwerkt, omdat het verweven is met alle behandelde onderwerpen. De regering heeft een nationaal comité in het leven geroepen dat voorbereidingen moet treffen voor de Nederlandse deelname aan het internationale Jaar van de Vrouw. Naar onze mening moet aan de discussie over dit onderwerp worden deelgenomen. Aan het eind van mijn betoog wil ik het amendement indienen waarin de voorstellen die uit onze prioriteitenstelling voortvloeien zijn opgenomen. Het door de heer Crul ingediende amendement luidt als volgt;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1057