28 NOVEMBER 1974 1065 door de bevolking wijkraden -- ik zou dan liever van wijkopbouwraden spreken worden gevormd, dan zien wij daarin waardevolle advies organen en gesprekspartners. Terzake van de relatie tussen de individuele burger en de gemeen telijke overheid citeer ik voorts een belangrijke passage uit het program ma van C. D. A. en V. V. D."Op basis van het rapport-Veldkamp dient te worden onderzocht of in de verhouding tussen de individuele burger en de gemeentelijke overheid, met name terzake van de rechts- bescherming van de burger, verbetering móëtr~worden gebracht. Het is onze opvatting dat door de doolhof van wetten, verordeningen en regels de individuele burger in onze samenleving snel op de tocht komt te staan, met als gevolg een gevoel van machteloosheid en frus traties. Mijn fractie zou het ten zeerste op prijs stellen indien in het kader van de discussies over het reeds enige tijd geleden uitgebrachte rapport-Veldkamp ook dit belangrijke aspect zou worden betrokken. Onze gedachten gaan daarbij in eerste instantie uit naar de instelling van een commissie voor klachten en verzoeken, die men een "ombuds- commissie" zou kunnen noemen. Taak van deze commissie zou moe ten zijn het onderzoeken van klachten en verzoeken van burgers die bij de raad worden ingediend en het daarover uitbrengen van een ad vies. De commissie zou zich uiteraard moeten beperken tot aangele genheden die tot de bevoegdheid van de gemeente behoren en tot ge vallen waarin niet al andere wegen bestaan waarlangs de burger zijn recht kan halen. Indien dit laatste wel het geval is. zal de commissie naar die andere wegen verwijzen. Wij denken hierbij aan de mogelijk heden die reeds worden geboden door het administratief beroep, de administratieve rechtspraak en de burgerlijke rechtspraak. Het bestaan van deze mogelijkheden neemt echter niet weg dat van een optimale rechtsbescherming en belangenbescherming van de burgers eerst sprake kan zijn en zal zijn als in de uitoefening van het grondwettelijk erken de recht van petitie op doeltreffende wijze is voorzien. Bovendien -- dit terzijde -- wordt verwacht dat het te zijner tijd op landelijk niveau in te dienen wetsontwerp op de ombudsman ook een regeling voor een gemeentelijke ombudsman zal inhouden. Hierop vooruitlopend hebben wij evenwel grote sympathie voor de instelling van een "om- budscommissie" in Breda. Graag vestigen wij er de aandacht op dat in tal van gemeenten commissies voor de beroepschriften functioneren. Deze zijn dan inge steld om één van de minder gunstige zijden van het beroep op de ge meenteraad -- namelijk het feit dat de door de raad te nemen beslis sing veelal door het orgaan dat het aangevochten besluit nam wordt voorbereid -- weg te nemen. Een commissie voor de beroepschriften zou hier een betere rechtsbescherming kunnen waarborgen. De verlei ding om hier dieper op in te gaan is voor onze fractie groot, maar met het oog op de beperkte tijd zullen wij dat niet doen. In ieder ge val kan ik de verzekering geven dat wij desgewenst bereid zijn bij de commissie voor algemene zaken over dit onderwerp een notitie in te dienen. Ik kom dan nu op het financiële beleid. Zoals wij in het verleden al meermalen hebben betoogd, vinden wij een sluitende begroting de hoeksteen voor een verantwoord financieel beleid. Het doet ons genoe gen te constateren dat het college voor 1975, in tegenstelling tot voor 1974, wederom een sluitende begroting ter vaststelling aanbiedt. Dit betekent naar onze mening echter niet dat de gemeente haar financiële moeilijkheden heeft overwonnen. Er is sprake van een keerpunt dat bij voortdurende bezinning de aanzet kan zijn tot een gezonde financiële

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1065