1094 28 NOVEMBER 1974 men heb ik mij een nieuw horloge aangeschaft, met chronometer! Ik geloof dat de leden van het college het voorbeeld moeten geven, ook ten aanzien van de afspraken over spreektijdsbeperking. Bovendien kon het aanschaffen van een nieuw horloge wel lijden, zoals de heer Crul al heeft gezegd, wij beschikken over een zeer ruim salaris. Naar zijn mening zouden wij ook in het kader van de nivellering een voor beeld moeten stellen. Omdat ik dit een enigszins moeilijk probleem vind, heb ik nagegaan wat anderen daarover denken en zeggen. Een politieke geestverwant van de heer Crul en voorstander van inkomens nivellering, de heer Den Uyl, heeft weliswaar de ministeriële salaris sen verlaagd -- althans de voorgestelde salarisverbetering tenietge daan maar tevens de wethouderssalarissen structureel verbeterd. Als de heer Den Uyl de wethouderssalarissen verbetert, moeten daar voor toch wel dringende redenen bestaan! Kort geleden zat ik naar de televisie te kijken in verband met de installatie van de heer Van der Louw als burgemeester van Rotterdam. Natuurlijk stelde men hem de stekelige vraag: "Edelachtbare, wat denkt u van uw salaris van ongeveer 250. 000, mede in het kader van de nivellering?" Zijn antwoord kwam erop neer dat hij voor nivel lering van inkomens is, maar dat ze niet met hem moeten beginnen! Als het moet gebeuren, akkoord, maar dan voor iedereen, hetgeen er op neerkomt dat er niets staat te gebeuren. Desondanks zie ik her ervan komen dat de wethouders, zij het niet geheel vrijwillig, hun eerste bijdrage aan de nivellering zullen gaan leveren. In de nieuwe regeling voor de vergoeding aan raadsleden is immers bepaald dat zij in plaats van de presentiegelden een tegemoetkoming plus een onkos tenvergoeding zullen krijgen, maar dat de wethouders het kleine ge deelte van de presentiegelden dat zij in het verleden genoten zullen kwijtraken. In dat opzicht zijn wij de eersten die aan inkomensnivel lering doen.! Een andere opmerking uit het betoog van de heer Crul had betrek king op de enquête van de samenwerkende vakorganisaties in Breda. Het lijkt de heer Crul van belang dat de gemeente als werkgeefster kennis neemt van de resultaten van deze enquête. De samenwerkende vakorganisaties in Breda zelf hebben het blijkbaar nog niet van belang geacht ons hiervan in kennis te stellen, tenzij in het kader van de communicatiekanalen de heer Crul vanavond hier als overbrenger van de boodschap optreedt. In dat geval zou ik dan toch graag de concre te uitslagen van de enquête ter beschikking hebben. Het is echter ook mogelijk dat de vakorganisaties beter dan de heer Crul hebben gezien op welke plaats de uitkomsten moeten worden gedeponeerd. Ik neem aan dat het hier een Bredase enquête betreft die gehouden is onder al le -- niet alleen gemeentelijke -- ambtenaren in Breda, waaruit volgt dat de uitslag een Bredaas karakter zal dragen. Overigens kunnen slechts nationaal maatregelen op dit gebied worden genomen. Het sa- larisbeleid van de gemeente Breda is afgestemd op het centrale rege ringsbeleid ten aanzien van de rijksambtenaren. Zoals de heer Crul zal weten heeft dit overheidsbeleid onlangs met zich meegebracht dat een zekere nivellering van de hoogste salarissen teniet is gedaan. De zeer geringe speelruimte op dit terrein is nauwelijks aanwezig, ener zijds door het besluit van de minister, anderzijds door de arbeidsmarkt verhoudingen. Ervan afgezien dat ik volstrekt niet van plan ben aan de salarissen te tornen, dient te worden vastgesteld dat, indien ik dit zou doen, vele goede ambtenaren zouden verdwijnen terwijl wij voor hen geen andere in de plaats zouden kunnen aanstellen, wanneer al thans de Bredase maatregelen niet door de andere gemeenten zouden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1094