28 NOVEMBER 1974 1105 het beheer en het onderhoud van het complex per 1 januari 1975 aan het waterschap over te dragen, waaromtrent op het ogenblik onderhan delingen gaande zijn. Met betrekking tot de Hoge Vucht is over de voorbereidingscom missie een optimistische uitspraak gedaan die wij mijns inziens enigs zins moeten matigen. Tot vrij kort geleden werd verwacht dat de voor bereidingscommissie haar eindrapportage snel zou kunnen uitbrengen. Mij is echter medegedeeld dat in de laatste vergadering de opvattin gen nogal uit elkaar zijn gegaan, zodat het eindrapport niet op de korte termijn waarop wij hadden gehoopt te verwachten is. Ik kom toe aan het onderwerp "renovatie". Het verheugt mij bij zonder dat enkele raadsleden plezierige woorden hebben gesproken aan het adres van degenen die zich met renovatie hebben beziggehouden. Van de twaalf complexen met 750 vooroorlogse woningen waarover wij beschikken, is er één -- de Vestkant -- gereed, komt er in janua ri weer een vrij groot -- het Westeinde -- gereed en zijn alle andere complexen op twee na in voorbereiding. Er wordt hard gewerkt en ik vind het plezierig een compliment te kunnen overbrengen aan degenen die zich daar dagelijks mee bezighouden. Het valt mij echter tegen dat de heer Houben uit de losse hand de constatering meent te moeten doen dat de gemeente op het gebied van de renovatie slecht toeganke lijk is en dat de contacten door de schuld van het bedrijf voor openba re werken of anderszins moeilijk verlopen. Een dergelijke uitspraak is ongehoord. Als de heer Houben weet op welke wijze twee partijen die niets wisten sinds 1970 tot een opzet zijn gekomen -- ik zie de versla gen dagelijks -- waarin men elkaar kan vinden, moet hij niet uit de losse hand concluderen dat de ambtenaren die met renovatie te maken hebben zich moeten laten bijscholen of aan vormingswerk moeten gaan doen. Ik zou ervoor willen pleiten dat eerst de fractie van de P. P. R. aan vormingswerk gaat doen, in het bijzonder met betrekking tot alle "ins" en "outs" van de renovatie. De vraag of dit vormings werk dan onder vormingswerk voor volwassenen zal vallen, kan zelfs ik niet beantwoorden! De opmerking met betrekking tot het preventief onderhoud lijkt mij enigszins het intrappen van een open deur. Het is de raad naar ik meen bekend dat wij ons druk bezighouden met een preventief-onder- houds-programma waarmee een bedrag van ongeveer 6 miljoen ge moeid is. Een versnelde uitvoering van dergelijke voornemens zal weer miljoenen kosten, terwijl het tempo in de financiële capaciteit en in de capaciteit van "openbare werken" mijns inziens al tot een hoog ni veau is gestegen. Tot slot wil ik vier opmerkingen over de alternatieve begroting maken. Voorgesteld wordt naar ik meen het bedrag voor de huisves ting van de sociografische dienst ad 50. 000, -- met 20. 000, -- te verlagen, zodat er 30. 000, -- overblijft. Dit is volkomen onmo gelijk: ae sociografische dienst is in het politiebureau gevestigd én moet daar vertrekken. Wij hebben de conceptie van de huisvesting van een gecentraliseerd apparaat aan de Catharinastraat aanvaard en aange zien men niet half kan verhuizen, zal men helemaal moeten verhui zen. De kosten zijn bestudeerd, niet alleen door het college, maar ook door de commissie uit de raad die zich met de huisvesting van ge meentelijke diensten bezighoudt. Ik zie niet in hoe de kosten van 50.000,-- tot 30.000,-- zouden kunnen worden verlaagd. De enige mogelijkheid is de huidige huisvesting van de sociografische dienst te handhaven, met alle gevolgen van dien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1105