28 NOVEMBER 1974 1107 te verwachten zijn. Dat is niets nieuws maar wat doet de Partij van de Arbeid? Op basis van haar solidariteit en prioriteit voor de woonomge ving wil zij deze post schrappen. De heer CRUL: Het is al meer voorgekomen dat de wethouder van openbare werken alleen maar leest wat hij graag wil lezen. In de tekst van de algemene beschouwingen staat duidelijk dat wij aan de renovatie geen beperkingen willen opleggen. Het is onze bedoeling dat het wonen en de woonomgeving inclusief renovatie en opknappen worden bezien en dat daarover een nota wordt uitgebracht. De renova tie moet naar onze mening versneld worden en geïntensiveerd, maar daar zal meer voor nodig zijn dan het bedrag van 110, 000, -- dat het college nu voorstelt. De wethouder heeft ons voorstel gelezen zo als hij het wilde lezen. Ik wil nog graag even op de dienst van beplantingen terugkomen. Het verheugt ons dat het college nu eindelijk eens enig beleid van zijn kant presenteert. Als b. en w. vinden dat op grond van hun beleidsvi sie een bedrag van 122. 500, -- voor uitbreiding van de dienst van beplantingen nodig is, is dat een prioriteit die zij stellen. Wij hebben andere prioriteiten die wij met dit punt in competitie hebben gebracht en die wij van meer belang achten dan het college. Nu is het juist on ze bedoeling dat er in een discussie in deze raad mogelijkheden voor een beleidsplan ter tafel komen. Wethouder VAN DUN: Ik geloof, dat de heer Crul al in tweede termijn heeft gesproken Over de kwestie van de dienst van beplantingen kunnen wij naar ik meen discussiëren. Ten aanzien van het bedrag van 110, 000, -- meen ik dat de heer Crul niet uit de hoek moet komen zoals hij dat nu heeft gedaan. Het enige verschil tussen de heer Crul en mij is naar ik meen dit: wij kunnen allebei lezen, maar de heer Crul kan niet tellen. Wethouder VAN GRAAFEILAND: Kortgeleden las ik een gedichtje van een Engels schrijver dat neerkwam op de volgende drie woorden: "Poëzie schuilt overal,Bij lezing van de algemene beschouwingen heb ik daar nogal eens aan gedacht, vooral omdat ik hier en daar gro te moeite heb gehad de poëzie te ontdekken. Ik moet toegeven dat ik jammer genoeg in een aantal gevallen in het geheel geen poëzie heb kunnen vinden. Misschien leent de aard van de algemene beschouwin gen zich slecht voor poëzie. Ik geloof dat wij het daar maar op moeten houden. Verleden jaar mocht ik constateren dat één van de onderdelen van mijn toenmalige portefeuille niet aan de orde was gekomen, na melijk de bedrijven, zulks overigens conform de gegroeide praktijk. Ik ging daar niet onder gebukt, omdat de tijd voor ae economische aangelegenheden daardoor ruimer werd en dit laatste onderwerp altijd voldoende aanleiding tot discussie heeft gegeven. Nu weet ik niet of het aan het weer ligt of aan mij, maar in het bijzonder in de algeme ne beschouwingen van de linkse partijen is nauwelijks aandacht aan economische zaken of aan jeugd, sport en recreatie geschonken. "Geen poëzie is ook poëzie, zal men hebben gedacht. In ieder ge val is het duidelijk dat ik de vrijheid heb de fractievoorzitters te vol gen en algemeen beschouwend te werk te gaan. Daarbij zou ik willen beginnen met een deel van mijn portefeuille waarin het welzijn wel zeer duidelijk aan de orde is, namelijk economische zaken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1107