110 14 FEBRUARI 1974 ling doen, maar in ieder geval zal de nota niet vóór april verschijnen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het preadvies van burgemeester en wethouders besloten. Vervolgens wordt de motie van de heer Crul in stemming gebracht en met 26 tegen 8 stemmen verworpen. TEGEN hebben gestemd: de heren Van Loon, Geene, Quadekker, Gielen, Froger, Goos, Kroon, Van der Werff, Van Graafeiland, Sand- berg, De Raaff, Broeders, Van Banning, Von Schmid, Veelenturf, Jan sen, Kramer en Dees, mevrouw Van Rooij-van den Heuvel, de heren Taks, Brooimans, Van Caulil, Van den Wijngaard, Nihot, Van Duijl en Van Dun. VOOR hebben gestemd: de heren Crul, Mans en America, mevrouw Willems-Van Doorn, mevrouw Van Nes-Brands, de heer Van Os, mevrouw Paulussen en de heer Spanjer. De heer Mensen was tijdens de stemming nog niet aanwezig. 4. bijlage nr. 20. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET NEMEN VAN EEN PRINCIPE-BESLUIT TEN AANZIEN VAN DF, HUISVESTING VAN HET BESTUURSCENTRUM, DE GEMEEN TESECRETARIE EN ENKELE DIENSTEN ENr TOT HET VOTEREN VAN EEN VOORBEREIDINGSKREDIET VAN 100. 000, (Is reeds in Uw bezit). Tevens is hierbij aan de orde: Ingekomen stuk p. Schrijven d.d. 14 januari 1974 van Politieke Gespreksgroep van Bredase Vrouwen. De VOORZITTER: Ik wijs op de verbeteringen die in dit voorstel zijn aangebracht. De heer QUADEKKER: Ik mag spreken namens de protestants- christelijke fractie en onze eigen fractie. Het principe-besluit ten aan zien van de huisvesting van het bestuurscentrum, dat in bijlage nr. 20 van ons wordt gevraagd, willen wij gaarne nemen. Wel willen wij gaar ne iets stipuleren dat het college zelf aangeeft bij zijn samenvatting van de conclusies: aan burgers, instellingen en grote bedrijven die er gens een gebouw willen vestigen wordt de eis gesteld dat zij zelf voor een parkeerterrein of parkeergarage zorgen. Uit dien hoofde is in het voorstel een zinsnede opgenomen waaruit blijkt dat men overweegt een parkeerruimte onder het Stadserf te realiseren. De Politieke Gespreksgroep van Bredase Vrouwen komt in haar brief op dit punt terug en doet het dringende verzoek een besluit tot de aanleg van bedoelde garage op te schorten, zolang er nog geen keuze ge maakt is. Ik geloof niet dat wij nu reeds aan een dergelijk besluit toe- zijn, maar onze beide fracties menen het college de gedachte te moeten meegeven dat het crefiren van deze garage onder het Stadserf een moei lijk punt zal blijken te zijn, wanneer wij de binnenstad inderdaad zo veel mogelijk verkeersvrij, dus autovrij willen maken. Als een dergelij ke parkeergelegenheid op deze plaats niet zal worden gecreëerd, zullen wij de ruim honderd of nog meer auto's van ambtenaren en van degenen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 110